Nederlandse index
Homepage
English index

 

fig. 47-I      Krachtenspel in het horizontale vlak

 

 

middelpunt C veel kleiner geworden Dit betekent dat het koppel, dat het punt IT naar rechts wil brengen, ook kleiner is geworden De zijdelings gerichte kracht K echter is m het tweede geval groter dan m het eerste, fig 48 Wanneer nu de wieldruk en de greep van de wielen op de grond voldoende groot is zal de trekker achter niet zijdelings wegslippen, maar normaal recht-uit rijden Is het niet voldoende dan zal de trekker naar rechts slippen In het eerste geval, fig 47, zal het koppel, dat het punt IT en dus de voorkant van de trekker wil draaien, groter zijn dan in het tweede geval. Is de wieldruk en greep van de voorwielen te klein dan zal de trekker voor naar rechts worden gedrukt In het tweede geval is door de grotere zijdelings gerichte krachten, de druk van het zoolijzer op de wand van de voor groter dan in het eerste geval

bewegingen en krachten in het verticale vlak

In fig 49 is een ploeg in drie verschillende standen van een hefinrichting weergegeven Hierbij is het zo, dat er

fig. 48-I      Krachtenspel in het horizontale vlak bij
                  veranderende bevestiging van de ploeg aan
                  BC

 

twee standen met een verschillend bevestigingspunt van de topstang zijn weergegeven D/E zijn de nu achter elkaar gelegen bevestigingspunten van de trek-stangen DB en EC, terwijl B/C de bevestigingspunten van de trekstangen aan de ploeg zijn F is het bevestigingspunt van de topstang van de trekker en F1 het verplaatste bevestigingspunt A is het bevestigingspunt van de topstang met de bok van de ploeg In de stand D/E-B/C van de trekstangen is de ploegboom horizontaal. Hierbij hoort de stand van de topstang F-A Bij heffen komt B/C m de stand B1/C1 en A m de stand A1. Doordat de punten B/C en A langs cirkelbogen, rond D/E, resp. F bewegen wordt de ploeg bij het heffen voorover gekanteld, zodat de schaarpunt naar beneden wijst en de ploeg snel in de grond dringt Indien de trekstangen en de topstang evenwijdig en even lang waren zou de ploeg evenwijdig bewegen en zal de schaar steeds in dezelfde stand staan Men mist dan de snelle indringing bij het begin Als het punt F verder naar achteren, naar F1, wordt geplaatst, fig 49, dan wordt de topstang korter en zal

 

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina