fig. 68-I Lager eenzijdig bevestigd schijfkouter (Rumptstad)
afstelling achterwiel
Wanneer er een achterwiel met stelmogelijkheden aanwezig is worden deze gebruikt om een gedeelte van de verticale- en horizontale druk door het wiel te laten opnemen. Men heeft dan met rollende wrijving te maken, die bij een niet te grote belasting kleiner is dan slepende wrijving. Dit kan wel 100 kg trekkracht besparen. Het correct stellen is in fig. 66 en 67 weergegeven.
schijfkouter
De vroeger veel voorkomende dubbelarrriige schijfkouters worden meer en meer door enkelarmige vervangen. Zo krijgt men meer ruimte, waardoor het gemakkelijker is de voorschaar goed te stellen en er minder kans op verstoppingen is. Doordat het lager eenzijdig wordt belast, moet dit hierop zijn berekend, fig. 68. De schijf is aan de naaf bevestigd. In de naaf zit achtereenvolgens een viltring, een keerring, een kogellager, een borgring en een kogellager. Het geheel wordt door een borgmoer opgesloten. Daarna wordt tussen de flens en de schijf een dichte pakking geplaatst. De lagers moeten elk jaar worden schoongemaakt en van nieuw vet voorzien.
Hierbij worden zo nodig de viltring en de keerring vernieuwd. De schijf wordt na het gebruik met een roestwerend middel be-handeld. De afstelling is reeds op blz. 15 behandeld.
voorschaar
Met de komst van de enkelarmige schijfkouters hebben veel
fabrikanten de gecombineerde kouter-voorschaar verlaten. Een dergelijke
voorschaar geeft vooral als het om een groot type gaat een extra belasting
van het lager en daardoor meer kans op storingen. Een aparte voorschaar
wordt direct aan het raam bevestigd en moet zowel in horizontale- als
in verticale richting verstelbaar zijn.
De voorschaar moet zo worden afgesteld, dat hij het bovenlaagje ter dikte
van 2-3 cm afsnijdt en dat de af-gesneden vegetatie gelijkmatig over de
voorkant in de voor rolt. Verder moet de voorschaar met de punt bijna
tegen de kouterschijf zijn geplaatst en met de bovenzijde van het ristertje
er iets verder af. Zo neemt de afstand van de punt af toe, zodat eventueel
tussen de schijf en de punt geraakte vegetatie niet vastloopt, maar naar
boven kan ontwijken.