In de grote tweerijige voorraadrooiers, en ook in sommige verzamelrooiers
worden tegenwoordig z.g. beitelscharen gemonteerd.
Beitelscharen hebben het voordeel dat door het groter aantal openingen
ze minder gauw verstoppen, fig. 20. Bovendien zal er met beitelscharen
in het algemeen minder grond worden opgenomen. Soms worden de scharen
aan de zijkant begrensd door twee grote schijven, fig. 24.
Deze schijven gaan door de aanraking met de grond draaien. Het bijeenhouden
van de aardappelrug wordt door deze zijdelingse begrenzing bevorderd.
Over het algemeen zullen hierbij minder aardappelen langs de zijkanten
van de rooischaar gemorst worden dan bij andere schaartypen.
Tweerijige machines hebben soms twee afzonderlijke scharen, voor elke
rij één, soms ook is de schaar over de volle breedte van
de machine aangebracht. Dit is dan, of een tweedelige schaar, of een meerdelige
beitelschaar, fig. 25.
staafroosterkettingen
Bij vrijwel alle gangbare aardappelrooimachines komen een aantal verschillende
roosterkettingen voor. We onderscheiden hierin in hoofdzaak vier typen.
De eerste machines waren aanvankelijk alle uitgerust met de z.g. Hoover
kettingen, fig. 26. Dit type ketting komt thans nog vooral voor in de
Engelse machines, en soms alleen bij de lichte transportkettingen die
voor de afvoer van de aardappelen zorgen. Dit type is echter later in
vele machines vervangen omdat ds slijtage te groot was en omdat door de
haken meer kans op beschadiging bestond.
Een gangbare roosterketting is dan verder de rollenketting zoals deze
op enkele Nederlandse machines wordt toegepast, fig. 27. Dit is over het
algemeen een stevige zware ketting waarvan de staven gemakkelijk kunnen
worden verwisseld. Dit type kettingen wordt o.m. toegepast op de Nederlandse
BAV-rooiers. Nog weer een ander kettingrooster komt voor op de Nederlandse
Krakei aardappelrooiers. Hierbij zijn telkens 2 of soms 3 staven aan elkaar
gelast. Deze roosterdelen worden aan elkaar verbonden door sterke open
stalen schakels, fig. 28. Ook bij deze kettingroosters kunnen de afzonderlijke
delen gemakkelijk worden verwisseld.
De thans meest voorkomende kettingroosters die in de tegenwoordige aardappelrooimachines
worden toegepast zijn die waarbij de roosterstaven geklonken zijn op tevoren
gerekte kanvasriemen. Deze hebben het voordeel dat ze niet gemakkelijk
beschadigen en dat ze vrij goedkoop kunnen worden vervaardigd. Ze hebben
het nadeel dat ze moeilijk te repareren zijn indien de riemen ernstig
worden beschadigd, fig. 29. In zo'n geval zal soms de gehele ketting moeten
worden vervangen.
|
fig. 24-X Beitelschaar met draaiende schijven aan de
zijkanten
fig. 25-X Dubbele en meerdelige beitelschaar voor
tweerijige
rooiers
fig. 26-X Hooverketting
|