Nederlandse index
Homepage
English index

 

Voor het rooien van de door de maaikneuzer gekopte bieten wordt dan vaak een lichter met transporteur gebruikt, waarmee de bieten direct op een aan de trekker gekoppelde wagen worden geladen. In Nederland worden sinds 1964 proeven met dit systeem genomen. Het lijkt niet uitgesloten, dat deze methode in de toekomst ook hier meer zal worden toegepast. De maaikneuzer, die op bijna alle Deense bedrijven aanwezig is wordt zo hoog gesteld, dat hij het blad van 2 rijen bieten afslaat en in de wagen blaast. De bieten moeten dan voor het rooien nog worden nagekopt. Dit nakoppen kan op twee verschillende manier geschieden, namelijk door een achter de maaikneuzer bevestigde nakopper of door een naast de maaikneuzer gemonteerd kopapparaat. In het eerste geval worden de door het nakoppen verwijderde delen niet geoogst, in het tweede geval wel. De nakopper (trimmer) van de Ugerlöse maaikneuzer, fig. 5, is zo geconstrueerd, dat door de maaikneuzer reeds voldoende gekopte bieten niet meer worden nagekopt. Dit mechanisme, fig. 5, werkt als volgt: Als de taster 1 een reeds door de maaikneuzer 6 gekopte biet passeert zal de taster zo hoog worden opgelicht, dat de hefboom 2 tegen de stelschroef 3 komt, zodat het kopmes 5 door de verbindingsstang 4 zo hoog wordt opgetild, dat het mes de biet niet raakt. Bij lager groeiende bieten zakt de taster 1 tot in de resterende bladkruin. Het mes zakt dan door de hefboom 2 naar verhouding meer, zodat deze biet wel wordt bijgekopt. Spragelse is één van de fabrieken, die naast haar maaikneuzer een tweerijïg kopapparaat monteert, fig. 6. Naast de eigenlijke maaikneuzer die het blad van twee rijen verwijdert zijn links twee vrij normale kopapparaten met tastwielen aangebracht, die het kopwerk van de maaikneuzer corrigeren.
De door deze koppers afgesneden koppen worden in een goot er achter opgevangen. In de goot is een vijzel aanwezig, die de koppen opzij afvoert naar het huis van de maaikneuzer. Op deze wijze worden de koppen samen met het blad op de wagen geblazen. In Denemarken worden in combinatie met de maaikneuzer veelal één - of tweerijige lichters met een draaiende zeefkorf en een kettingelevator gebruikt, die de bieten in een aangehangen wagen verzamelt, fig. 7. Deze eenvoudige rooiers kunnen alleen bieten rooien, waarvan het blad reeds is verwijderd.
De twee vorklichters zijn in de breedte verstelbaar voor verschillende rijafstanden naast elkaar gemonteerd. Achter de lichters worden de bieten vaak door middel van een zeefrad in de vrij grote draaiende zeefkorf gebracht. De bieten worden door geleidestaven op een zijelevator en zo op de aangehangen wagen gebracht. Soms worden er in combinatie met een maaikneuzer ook eenvoudige eenrijïige lichters met elevator gebruikt, fig. 8. Het koppen met de maaikneuzer heeft in Nederland nog weinig ingang gevonden, waarschijnlijk omdat het op deze wijze geoogste blad nogal sterk wordt gehakseld en daardoor minder goed in bovengrondse kuilhopen kan worden geënsileerd.

fig. 5-XI

§ 3 gecombineerde bietenrooiers

Pas met de komst van gecombineerde rooimachines met een intensieve reiniging, die alles in één werkgang doet, heeft het machinaal bietenrooien hier ingang gevonden. De eerste complete rooimachines kwamen uit Engeland en de U.S.A.: later werden ook Duitse en Deense machines geïmporteerd. Al deze reeds vroeg ingevoerde machines zijn in principe niet veel, in details wel sterk veranderd. Bij de Engelse machines worden de bieten meestal door roosterkettingen gereinigd en bij de continentale meestal door één of meer zeefraderen.

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina