fig. 22-XI | |
de voornaamste onderdelen rooilichamen Er komen diverse verschillende rooilichamen voor, fig. 22, o.a. pennenlichters,
krukpenlichters, lichtscharen, lichtwielen en aangedreven lichtkruisen.
| De ruimte tussen beide scharen is verstelbaar,
terwijl men de schaar vaak ook iets meer voor- of achterover kan stellen. Men maakt de scharen wel zijdelings beweegbaar, zodat zij zelfzoekend worden, fig. 14. Hierdoor wordt voorkomen, dat de ene schaarhelft meer tegen de biet drukt dan de andere, zodat de biet rechtstandig uit de grond wordt gedrukt en er minder breuk en daardoor minder puntverlies optreedt. Bij enkele machines, b.v. de BM-Volvo maken de lichtscharen een snel op- en neergaande beweging. Deze wordt verkregen door een as met excentrieken. Door de op- en neergaande beweging worden de bieten a.h.w. uit de grond getrild en wordt er minder grond aan de bieten gesmeerd, zodat die ook op natte klei relatief schoon worden gerooid. Zowel de door de grond aangedreven lichtwielen, fig 12, als de aangedreven lichtkruisen, fig. 19, zijn in het voorgaande reeds behandeld. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina