fig. 10-XII

vlasplukmachines

Naast getrokken typen worden er ook zelfrijdende gefabriceerd. Bij de laatste is het niet nodig de kanten van het perceel met de hand te trekken. Een getrokken vlasplukmachine, fig. 7, heeft een drie-of viertal plukelementen, waarbij het vlas tussen trekriemen wordt geklemd, getrokken en daarna aan de achterkant door een dwarstransporteur met tanden zijdelings afgevoerd. Het vlas wordt dan óf door een geleideplaat in een zwad op de grond gelegd óf met een bindapparaat als van een trekkerbinder tot schoven gebonden.
Doordat de koppen van vlas sterk in elkaar haken is het nodig de vlasaanvoer tijdens het binden te onderbreken en het vlas goed te scheiden. Hiervoor wordt veelal een met het bindapparaat samenwerkende tegenhouder gebruikt, fig. 8. Bij de zelfrijdende vlasplukmachines, fig. 9, worden meestal vier plukelementen toegepast. Het vlas van alle vier elementen komt boven bij elkaar en wordt met behulp van transportriemen naar de geleideplaat of op de bindtafel gebracht, fig. 10. Ook nu weer wordt bij het binden een tegenhouder toegepast.