fig. 17-XIV |
fig. 18-XIV |
Zo krijgt men afwisselend de atmosferische of de onderdruk in de pulsatieslang.
Voor een betrouwbare werking moet een pulsator aan verschillende eisen
voldoen. Met het oog op het gebruik buiten met regen is het nodig dat
een pulsator druipwaterdicht is. Het is om geheel of gedeeltelijk
verstoppen van de kanalen tegen te gaan nodig, dat de pulsator stofdicht
is. Bij ruime kanalen zal de lucht snel naar en van de tepelhouders
stromen, zodat de tepelvoeringen snel bewegen, wat als een voordeel wordt
beschouwd. |
Is de emmer afgesloten dan kan er via de vacuumslang geen stallucht
en vuil in de emmer komen, en blijft de onderdruk in de emmer behouden,
waardoor de tepelhouders niet ongewild loslaten of het deksel gemakkelijk
van de emmer valt. Men kan door deze klep de onderdruk in de emmer opheffen
door bijvoorbeeld de daarvoor bestemde kraan te openen. dubbelleidingsysteem Bij het dubbelleidingsysteem, fig. 19, is er naast de vacuumleiding een pulsatieleiding aanwezig. Deze pulsatieleiding is aangesloten op een pulsatiekamer bij de pomp, fig. 20. In de pulsatiekamer, waarop zowel de vacuumleiding als de pulsatieleiding zijn aangesloten, draait de door de pompas aangedreven verdeelschijf rond. Deze zorgt ervoor dat de pulsatieleiding beurtelings met de vacuumleiding en met de buitenlucht wordt verbonden, zodat in de leiding drukpulsaties ontstaan. Deze drukpulsaties brengen de kleppen van de pulsatieversterkers, fig. 21, in beweging, zodat in de pulsatieslangen naar de tepelhouders voldoende krachtige pulsaties ontstaan. Zonder pulsatieversterkers zouden de pulsaties in de lange pulsatieleiding zo zijn afgezwakt dat de goede werking van de machine in gevaar kwam. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina