Nederlandse index
Homepage
English index

 

Indien men niet beschikt over luchtdoorstroommeters zal men de luchtverplaatsing van de pomp tijdens het melken moeten controleren. Hierbij is het zo, dat de régulateur, ook als alle apparaten gelijktijdig melken, nog rijkelijk lucht moet inlaten. Is dit niet het geval dan zal men de oorzaak meestal bij de pomp of de aandrijving daarvan moeten zoeken. Men gaat eerst na of de pomp het voorgeschreven toerental maakt. Is dit te laag dan meet men, zo mogelijk het toerental van de aandrijfmotor. Klopt dit niet dan kan dit bij een elektromotor o.a. worden veroorzaakt door een te lage netspanning (overbelasten van het net). Is het motortoerental in orde dan kan het zijn dat de aandrijfriem slipt of dat er een verkeerde maat riemschijven wordt gebruikt. Dit laatste komt wel voor na het vervangen van een verbrandingsmotor door een elektromotor.

Een te laag pomptoerental kan ook worden veroorzaakt door het gebruik van verkeerde olie. Het loont dan ook de moeite even na te gaan of wel de voorgeschreven olie wordt gebruikt. Is het toerental in orde dan kan een te lage pompcapaciteit o.a. worden veroorzaakt door vervuiling of door slijtage. In het laatste geval maakt de pomp praktisch altijd een abnormaal geluid. De pomp zal na openen moeten worden schoongemaakt, van eventueel nodige nieuwe onderdelen worden voorzien of als het nodig is worden vervangen. Tenslotte neemt men op of het aantal pulsatieslagen per minuut correct is en of de pulsator niet onkant loopt. Zo nodig wordt hij schoongemaakt en bijgeregeld of worden defecte onderdelen vervangen. Na een dergelijke beurt is de werking van de installatie vrijwel altijd weer geheel in orde

vorige pagina <<<       Inhoud