fig. 9-V Diverse bietenschoffels met loof-
             beschermers

Bij gebruik van uitsluitend tweezijdige schoffels past men loofbeschermers in de vorm van schijven toe, fig. 9. Hierbij maken de holle schijven de laatste jaren veel opgang. De schijven staan met de bolle kant naar het gewas, zodat de losgesneden grond van de plantjes wordt weggevoerd. De stand en de werkbreedte kunnen versteld worden door middel van gebogen assen, die in een holle pijp in- en uitgeschoven en verdraaid kunnen worden. Dit type schijven werd het eerst in de Veenkoloniën gebruikt, maar thans ook meer en meer op andere grondsoorten, vooral daar waar men veel last heeft van muur.
Men kan, zoals gezegd, ook gebruik maken van bieten-stellen, bestaande uit één tweezijdige plus twee eenzijdige schoffels, fig. 8. Hierbij doet de opstaande rand van de eenzijdige schoffels dienst als loofbeschermer. De eenzijdig werkende schoffels hebben het voordeel dat de grond, evenals bij de holle schijven, van het gewas af wordt gewerkt. Het nadeel is, dat er bij kruipende onkruiden verstoppingen rond de opstaande kant optreden. Wanneer de opstaande kant verder naar voren is doorgetrokken en dus voor het mes uitsteekt, is de kans op verstoppen kleiner, fig. 10. Op zeer losse grond worden voor het bieten schoffelen wel drie kleine graanschoffels in combinatie met holle schijven gebruikt.