fig. 8-VIII Samenstelling vingerbalk met mes en
mesgeleiding
|
fig. 8-VIII Samenstelling vingerbalk met mes en
|
|
| fig. 9-VIII |
|
| De vingers zijn met bouten of met bouten en moeren aan het balklichaam bevestigd, fig. 8. De mesrug glijdt aan de achterkant langs wrijfplaatjes, die hem beletten te ver naar achteren te gaan. Het mes wordt door mesdrukkers tegen de snijvlakken van de vingers gehouden. De speling kan zo nodig door het wegnemen of het bijplaatsen van vulplaatjes worden nagesteld. Bij de mesdrukkers bevinden zich verder reinigingsplaatjes, die de mesdrukkers schoon houden. Bij de E.S.M.-balken wordt een afwijkende mesgeleiding toegepast, fig. 9. | Hierbij rust het mes met een daarop bevestigd leistuk tegen het schuine drukvlak van de wrijfplaat en dat van de mesdrukker. Deze afwijkende geleiding heeft tot gevolg, dat de achterwaartse kracht, die bij het maaien op het mes wordt uitgeoefend er voor zorgt, dat er een neerwaartse kracht op de mesjes wordt uitgeoefend, zodat er ook na een bepaalde slijtage geen speling tussen de mesjes en de snijplaatjes zal optreden. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina