Het is dan ook nodig de balk voor dergelijke en andere obstakels tot
de eerste aanslag te lichten. Verder lichten is, omdat de balk dan op
begint te klappen en de aandrijving kan vastlopen niet aan te bevelen.
Wenst men een korte stoppel, dan zal men de balk met het draaistuk iets
voorover, dus bijna horizontaal stellen. Moet er een legerend gewas worden
gemaaid dan wordt de vingerbalk iets verder voorover gesteld, zodat de
punten van de vingers beter onder het gewas kunnen komen en de vingers
het wat oplichten. Door dit voorover stellen neemt de stoppellengte wat
toe, terwijl er een grotere kans op stropen is door in de grond schieten
van een of meer vingers. Het is bij het maaien van een lang legerend gewas,
bijvoorbeeld graszaad, aan te bevelen een scheibeugel op de buitenschoen
aan te brengen, fig. 27. Deze werkt net als een boogverdeler bij een maaidorser
(zie Hoofdstuk IX § 3). Daarnaast worden er voor dit werk vaak ook
nog speciale zwadborden gebruikt, fig. 27. Stroopt het gewas steeds op
dezelfde plek van de vingerbalk, dan is het zaak te kijken wat er op die
plaats fout is. Het kan zijn, dat de betreffende vinger vol met klei zit
of dat er een stuk draad of iets dergelijks in is vastgelopen. Ook kan
het zijn, dat de betreffende vinger niet goed knipt omdat hij los zit
of verbogen is; of omdat het met de vinger samenwerkende mesje beschadigd
of versleten (puntig) is. Treedt er dan hier, dan daar over de gehele
balk verdeeld stropen op, dan is het zaak na te gaan of het mes nog goed
aanligt en nog scherp is. Men moet dan zo nodig de mesdrukkers door het
wegnemen van vulplaatjes, en niet door hen met een hamer aan te tikken,
bijstellen. Bij de Busatis balk met dubbele messen kan het soms nodig
zijn de veerspanning op de bovenarmen te vergroten. Het is nodig hierna
meteen te kijken of de messen tussen de binnen- en de buitenschoen niet
naar beneden doorbuigen. Is dat het geval dan is de veerspanning te groot.
Dit doorbuigen geeft aanleiding tot grote slijtage bij de binnen- en de
buitenschoen.
|
Stropen kan ook komen van een te ver naar achteren staande buitenschoen,
waardoor de vingers scheef door het gewas gaan. Normaal moet het mes bij
de buitenschoen ± 0,75-1,15 cm per voet snijbreedte, dus 4-6 cm
verder naar voren staan dan bij de binnenschoen, fig. 28. Een laatste
hier te noemen oorzaak van slecht knippen is een slippende aandrijfsnaar
of een te laag toerental van de trekkeraftakas.
Het is als men een verstopping van de vingerbalk o.i.d. moet opheffen
absoluut nodig de trekkermotor te stoppen. Doet men dit niet dan loopt
men een grote kans op zwaar letsel. Er is, nu alle trekkers met een goede
elektrische starter zijn uitgerust, geen enkele noodzaak de trekkermotor
te laten doordraaien.
§ 2 enkele speciale uitvoeringen
mulchbalk
Waar er, zoals bijvoorbeeld in boomgaarden, veel kans op verstoppen door
los materiaal e.d. is, wordt wel eens een mulchbalk toegepast. Deze heeft
korte, geheel onder de mesjes liggende vingers, fig. 29. Doordat de heen-
en weergaande mesjes niet door een deel van de vingers worden afgedekt
is de kans op verstoppen gering. Dit type balk is voor alle merken verkrijgbaar
en wordt behalve in wegbermen en in boomgaarden ook wel voor het maaien
van erwten, e.d. gebruikt. Een balk met dubbele messen kan zonder meer
ook als mulchbalk worden gebruikt.
erwten maai-apparatuur
Men kan een normale maaibalk, door er geschikte erwtenlichters aan te
monteren, ook voor het maaien van erwten gebruiken. De hiervoor veel toegepaste
|