|
|
trommelschudders Bij de trommelschudders draait de schudhaspel tegen de wielen in, fig. 61. Het gewas wordt door de naar voren bewegende tanden opgeraapt en naar boven gevoerd. Hierbij steunt het materiaal tegen de kap, zodat naar voren rollen wordt voorkomen. Pas waar de kap ophoudt wordt het materiaal door de centrifugaalkracht weggeworpen. Het spreekt vanzelf, dat de lengte en de vorm van de kap, de stand en de vorm van de tanden en de omtreksnelheid van de tanden invloed op de werprichting hebben. Van deze grootheden kan soms de stand van de tanden iets worden gewijzigd. |
Deze stand is overigens een compromis tussen schoon oprapen en tijdig
loslaten. Zou men de tanden te sterk scheppend stellen dan zullen zij
het materiaal schoon oprapen, doch minder gemakkelijk loslaten, zodat
de haspel kan gaan wikkelen. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina