haspelschudders
Bij dit type draait de haspel in dezelfde richting als de wielen, en
wordt het gewas door de snel in achterwaartse richting bewegende tanden
gepakt en schuin omhoog geworpen, fig. 68.
De tanden, die hierbij door de rijsnelheid een voorwaartse en door de
omtreksnelheid van de haspel daar een achterwaartse beweging maken,
hebben een samengestelde beweging, fig. 68.
Het is voor een goed oppakken van het materiaal nodig, dat de achterwaartse
gerichte snelheid voldoende groot is. Omdat het gewas minder positief
omhooggebracht wordt dan bij het vorige type is het nodig, dat het gewas
per
|
gereden meter vrij vaak, bijvoorbeeld 16 keer, wordt gepakt.
Men kan dit overigens ook nu weer variëren door op een andere versnelling
te gaan rijden. Bij sommige typen kan men de tanden meer of minder scheppend
stellen en zo het oppakken en de richting van wegwerpen beïnvloeden,
fig. 69. Hoe sterker grijpend, hoe schoner er zal worden opge-raapt en
hoe hoger het gewas zal worden weggeworpen. De kans op wikkelen van de
haspel neemt hierbij uiteraard toe.
|