Nederlandse index
Homepage
English index

 

Er zijn ook typen met gestuurde tanden, fig. 70. Men kan de hoek van de tanden bij deze typen verstellen en daarmee het oppakken en de werphoogte beïnvloeden. Ook hierbij moet men oppassen voor wikkelen van de haspel.
Men kan de haspelschudders vrijwel altijd meer of minder scheef achter de trekker spannen. Hoe schever men de machine aanspant, hoe meer tanden er per meter werken, dus hoe intensiever er wordt geschud, fig. 72. De haspel bestaat uit enkele haspelkruisen, waaraan de buizen met de tanden zijn bevestigd, fig. 69. Bij de typen met bestuurde tanden is meestal een excentrisch draaipunt voor de stuurarmen, soms een stuurkruis aanwezig, fig. 94. De veerstalen tanden worden met een bout bevestigd, fig. 69.
Het raam is meestal een eenvoudige gelaste buisconstructie, fig. 71.
De wielen kunnen met schroefspillen hoger of lager worden gesteld.
De trekboom is zo uitgevoerd, dat de machine meer of minder scheef kan worden aangespannen. De haspel wordt veelal direct door een V-snaar zonder of met haakse omleiding of door een haakse overbrenging plus een V-snaar aangedreven.

gebruik en afstelling

De tanden van dit type schudder pakken het gewas bij hun beweging in achterwaartse richting op, reden waarom men in principe het beste tegen de maairichting in kan rijden. Zij zijn door hun werkwijze windgevoeliger dan trommelschudders.
De intensiteit van werken wordt door twee factoren bepaald, namelijk het aantal keren dat de tanden per gereden meter het gewas pakken en het aantal tanden per meter werkbreedte. Het eerste kan men veranderen door op een hogere of lagere versnelling te gaan rijden; het tweede door de machine meer of minder scheef achter de trekker te spannen, fig. 72. Hierbij vermindert uiteraard de werkbreedte. Hoe vaster het gewas in elkaar zit of hoe korter het is, hoe schever de machine in principe moet worden gesteld. De haspel wordt niet dieper gesteld dan nodig om alle gewas goed los te maken. De tanden moeten vooral bij winderig weer niet onnodig sterk scheppend worden gezet; zeker niet zo sterk, dat de haspel gaat wikkelen of dat het gewas door de wind wordt meegevoerd.

 

fig. 70-VIII Werking haspelschudder met gestuurde
                   tanden

fig. 72-VIII Meer of minder scheve aanspanning bij
                   het spreiden van maaizwaden (a), het
                   schudden (b) en spreiden van wiersen (c)
                   (Niemeyer)

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina