fig. 98-VIII Samenstelling tandwielkast (Hagedoorn) |
|
Bij sommige typen is de haspel verstelbaar in het raam opgehangen, fig. 96 en 99; bij de meeste worden in de hoogte verstelbare loopwielen toegepast, fig. 97. De machine is veelal zo aan de trekker gekoppeld, dat de machine meer of minder scheef kan worden gesteld. Bij sommige typen met gestuurde tanden kan de machine voor het schudden zo worden gesteld, dat de haspel dwars op de rijrichting staat. Bij de aandrijving van de meeste machines kan de aftakas op drie of vier verschillende assen van de tand-wieikast worden aangesloten, zodat men over twee toerentallen voor het harken en één of twee voor het spreiden en schudden kan beschikken, fig. 98. De overbrenging van de tandwielkast naar de haspel geschiedt meestal met een V-snaar. Bij typen met in het raam verstelbaar opgehangen haspel wordt vaak een overbrenging met conische tandwielen en een as met kruiskoppelingen toegepast, fig. 99. gebruik en afstelling In het algemeen zal men met deze machines, die ook bij het spreiden het gewas in voorwaartse richting opnemen, met de maairichting meerijden. |
Alleen bij de typen met gestuurde tanden, die bij het schudden
als een haspelschudder werken, zal men in dit geval tegen de maairichting
in rijden. Het haspeltoerental wordt bij de zwaarte en de toestand van het gewas en bij het soort werk aangepast. Hoe zwaarder het gewas, hoe sneller de haspel bij het harken in verhouding tot de rijsnelheid moet draaien. Bij het zwadkeren zal de.haspel relatief langzaam moeten draaien. Gaat het om spreiden of schudden, dan moet de haspel snel in omgekeerde richting draaien en de rijsnelheid bij de dikte van de zwaden of wiersen worden aangepast. De haspel moet bij het spreiden van dikke wiersen vrij hoog worden gesteld (5-15 cm van de grond), zodat een deel van het gewas er onder door gaat. Bij het schudden mag hij wat lager (1-5 cm) staan en bij het harken moet hij zo laag staan, dat er schoon wordt geharkt, maar de tanden de grond nog niet raken. Bij de typen met apart opgehangen haspel moet de balansveer zo sterk gespannen zijn, dat de haspel niet te zwaar over de grond loopt, maar ook niet gaat zweven. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina