fig. 148-VIII Bovenaanzicht trekkermaaibalk (Schukken) 2-verstelbare stang voor het stellen verloophoek vingerbalk

voorloophoek balk stellen

Het is voor goed maaiwerk bij de meeste maaibalken nodig, dat de balk vlak bij de buitenschoen een 3-7 cm verder naar voren staat dan bij de binnenschoen, fig. 28. Men treft dan ook meestal een inrichting aan om de buitenschoen verder naar voren en naar achteren te stelten. In verschillende gevallen is het mogelijk de voorste stang van het hulpraam langer of korter te maken, zodat de binnenschoen en daarmee ook de balk om de achterste stang wordt verdraaid, fig. 148. Bij verschillende maaibalken voor driepuntsbevestiging kan de trekstang waarin de beveiliging is opgenomen of het oog, waaraan deze trekstang is bevestigd, worden versteld, fig. 25.
Er zijn ook enkele maaibalken, waarbij de achterste scharnierbout van de binnenschoen met een excentrische bus in het draaistuk zit, zodat de binnenschoen door verdraaien van de bus kan worden bijgesteld, fig. 149. In dit geval verandert de drijfstanghoek niet. Men dient wel de juiste volgorde van afstellen aan te houden.

fig. 149-VIII Excentrische bus voor de achterste
                     scharnierbout voor het stellen van de
                     voorloophoek van de vingerbalk