Nederlandse index
Homepage
English index

 

Bij de beurt na het seizoen is het van belang te controleren of de lagers nog in orde zijn. De lagers moeten dan, om vastroesten of vastkleven te voorkomen, worden doorgesmeerd en eventueel ingevet. Dit geldt ook voor kunststoflagers. Versleten lagers dienen door nieuwe te worden vervangen. Doorrijden met versleten lagers heeft onherroepelijk grotere schade tot gevolg. Kettingen en V-snaren moeten volgens de voorschriften dus niet te strak en niet te slap worden gespannen. Te strak spannen heeft een hoge lagerslijtage tot gevolg. Te slap gespannen harkkettingen of harksnaren kunnen bij snelhooiers slecht werk tot gevolg hebben. Het komt uiteraard voor, dat er breuk optreedt of dat er iets verbogen raakt. Men zal het betreffende deel dan of moeten vervangen of door lassen of richten weer repareren. Bij de meeste hooibouwmachines kan aan het raam zonder speciale voorzieningen worden gelast. Men zal na afloop moeten nagaan of het gerepareerde deel niet getrokken is en nog past. Het zal zo nodig moeten worden gericht.
Gescheurd plaatwerk kan vaak beter worden gerepareerd door er een stuk op te klinken dan door lassen. Hierbij is een blindklinktang vaak een handig hulpmiddel. Het is hiermee namelijk in verschillende gevallen mogelijk het kapotte plaatwerk zonder demontage te repareren.
Het gerepareerde plaatwerk zal veelal glad moeten worden afgewerkt. Zo nodig kan men hierbij 'vloeibaar metaal' gebruiken; eventueel kan men oneffenheden e.d. met soldeertin opvullen.

maaikneuzers en hakselaars

Deze machines hebben enkele zwaar belaste, soms sneldraaiende delen, zodat het onderhoud en de reparatie daarvan nauwgezet moet worden uitgevoerd.

maaikneuzers

Dit zijn betrekkelijk eenvoudige machines, zodat zij bij reparatie geen grote problemen opleveren. Wel moet er, omdat er grote krachten op de sneldraaiende rotor werken, nauwkeurig worden gewerkt. Het is van belang dat de V-snaren van de rotoraandrijving goed gespannen zijn. Na het spannen moet rnen bij sommige machines de tussenas weer evenwijdig aan de rotoras stellen. Wordt dit vergeten, dan krijgt men een sterk verhoogde slijtage van de zwaar belaste V-snaren.
De rotor maakt tot 1800 omw/min., zodat er grote centrifugaalkrachten op werken. Het spreekt dan ook vanzelf, dat de rotor goed moet zijn uitgebalanceerd en dat de klepelbevestiging uiterst solide moet zijn. Een wegvliegende klepel is levensgevaarlijk. Onbalans heeft ernstige trillingen en daardoor een sterk vergrote lagerslijtage en soms breuk tot gevolg. Men moet er bij het monteren van nieuwe of geslepen klepels scherp op letten dat de tegenover elkaar zittende klepels even lang en even zwaar zijn. Het slijpen zelf geschiedt aan de achterkant van de klepels, zodat de snijhoek en de afwerprichting niet

veranderen. Het is bij het slijpen gemakkelijk ter vergelijking een nieuwe klepel bij de hand te hebben. Ook nu weer moet men oppassen dat de klepels bij het slijpen niet te warm worden.
De klepels zijn of met bouten of met doorgaande assen bevestigd. Het is in elk geval noodzakelijk regelmatig te controleren of de scharnierende delen niet ingesleten zijn, of de moeren van de bevestigingsbouten goed vastzitten en of de doorgaande bevestigingsassen goed zijn geborgd. Een versleten oog of scharnier, een niet goed vastblijvende bout of een niet goed geborgde as kan tot grote schade en levensgevaar leiden. Is het contrames (de snijplaat) gescheurd of verbogen, dan moet dit worden vervangen. Repareren valt vaak tegen.

hakselmachines

Bij de blaashakselaars en bij sommige op maaikneuzers gemonteerde hakselapparaten heeft men met een wiel, voorzien van hakselmessen en werpschoepen, te maken. Door het vrij hoge toerental is het nodig althans iets op de uitbalancering te letten. De messen moeten regelmatig worden geslepen, waarbij het uiteraard van belang is dat de originele snijhoek wordt aangehouden. De bevestigingsbouten van de messen en van de werpschoepen moeten goed vastzitten en eventueel worden geborgd. Ook bij deze apparaten is een wegvliegend mes of schoep levensgevaarlijk.
Bij de originele hakselmachines moeten niet alleen de hakselmessen, maar ook het contrames (vaste snijkant) scherp en recht zijn. Het is verder bij deze machines van veel belang dat de messen met de voorgeschreven speling, dus vlak langs het contrames, lopen en dat deze speling over de volle snijlengte gelijk is. Bij de machines met een schijf zijn speciale stelbouten voor het stellen van de messen aanwezig. Bij de trommelhakselaars kan het contrames worden bijgesteld. Het is bij dit type het beste de messen met de daarvoor op de machine aanwezige slijpsteen of op een draaibank te slijpen. Alleen dan heeft men een redelijke garantie dat de messentrommel rond blijft, dus dat alle messen goed snijden. Het is bij sommige hakselmachines mogelijk een verbogen mes weer te richten. Het wordt hiertoe bijvoorbeeld op twee stukken rondstaal gelegd en weer recht gehamerd. Een verbogen punt kan men richten als het mes in de machine is gemonteerd, fig. 150. Men moet er hierbij aan denken niet op de geharde helft bij de snijkant, maar dicht bij de mesrug te slaan. Men doet er bij alle hakselmachines goed aan de messenschijf of messentrommel vóór men eraan gaat werken, op de een of andere manier vast te zetten. Dit werkt gemakkelijker en veiliger.
Het spreekt vanzelf, dat de toevoerketting evenals de andere correct is gespannen en dat niet in orde zijnde lagers en tandwielen op tijd moeten worden vervangen. Ook zal men gescheurd plaatwerk moeten vervangen of repareren.

fig. 150-VIII Richten verbogen hakselmes (Gehl)

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina