Nederlandse index
Homepage
English index

 

fig. 66-IX Werking toevoerbodem

De hoofdreiniging, fig. 65, is vrijwel altijd een z.g. maaidorsreiniging. Hierbij gaat de schuin omhoog gerichte luchtstroom door de zeven. Deze blijven daardoor beter schoon dan wanneer de luchtstroom langs de zeven strijkt. Het schudden van de toevoerbodem heeft tot gevolg, dat de 'trappen' het materiaal in een regelmatige stroom naar de zeven brengen en dat het lichte materiaal boven op het zwaardere gaat drijven, fig. 66.
Aan het eind van de bodem valt het door een tanden-verlenging in de luchtstroom, die kaf, kortstro en ander licht materiaal uit de machine voert. De tandenverlenging maakt nat materiaal wat los en voert langer materiaal verder naar achteren in de luchtstroom.

Het grove zware materiaal, bijvoorbeeld ongedorste aren, loopt over de bovenzeef heen en valt door de bovenzeefverlenging in de terugvoer. De terugvoervijzel en de terugvoerelevator brengen het naar boven om te worden nagedorst of nagereinigd. Het zaad valt door de bovenzeef op de onderzeef, waar nog wat grof materiaal over heen loopt naar de terugvoer. Het zaad valt in de zaadvijzel, om dan naar de graantank of de sorteerder-opzakinrichting te worden getransporteerd.
De sorteerder is vaak een draaiende cilindrische zeef of een stilstaande cilindrische zeef, waarin draaiende schoepen het zaad langs de zeefmantel schuiven, fig. 67.

 

fig. 67-IX

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina