De Piano knoper, die o.a. door Massey-Ferguson (Raus-sendorf), Weiger en Lanz op lagedrukpersen en door Weiger en Jones op hogedrukpersen wordt toegepast, heeft een touwhouderschijf met een vanghaak en een mesje. De schijf maakt telkens een hele omwenteling, fig. 89. Het touw zit tussen de touwklem en de touwhouderschijf geklemd. Bij het knopen brengt de naald het touw over de bek en de touwhouderschijf. Zowel de schijf als de bek gaan draaien, waarbij de vanghaak beide touwen meeneemt. Als de bek bijna rond is opent en sluit hij en begint de naald terug te gaan. De touwhouderschijf is nu zo ver gedraaid, dat het oorspronkelijke touw wordt losgelaten en het nieuwe ingeklemd. Bij verder draaien snijdt het mesje het onder de schijf gelegen stuk van het nieuwe touw door. Tenslotte wordt de knoop op de gebruikelijke wijze voltooid.

aandrijving

Er is tussen de aandrijving van een stationaire en een lagedrukopraappers een grote overeenkomst. Bij de laatste komt als extra een opraperaandrijving en een aftakas met tandwielkast voor, fig. 90. Meestal dient de platte hoofdriem tevens als beveiliging; soms bovendien om de pers stil te kunnen zetten, fig. 91. Er is in de aandrijving van de bindapparaten vaak een aparte beveiliging door middel van een breekbout aanwezig. Bij enkele persen zijn de schakelwielen apart beveiligd, fig. 92. Sommige fabrikanten passen een met de stamper verbonden nok toe, die een niet tijdig uit het perskanaal gekomen naald er, voor de stamper hem kan raken, alsnog uittrekt. Bij persen met een toevoerhark is in de aandrijving of de bevestiging hiervan meestal een breekhout opgenomen.

 

fig. 92-IX Beveiliging schakelwiel door een breekpen
                (Rivierre-Casalis)