fig. 109-IX

De Mc. Cormick persknoper wijkt sterk af van de Mc. Cormick binderknoper, fig. 109.
De twee touwhouderschijven hebben twee stel brede en smalle uitsparingen: de touwklem is vrijdraaiend. Het ingeklemde touw oefent op twee plaatsen druk op de touwklem uit. Door het verschil in afstand van het draaipunt zal het touweind dicht daarbij door de druk van het andere stevig worden ingeklemd. Bij het knopen, fig. 110, legt de naald het touw over de bek en in de brede uitsparing van de touwhouderschijven (a). Dan gaan de schijven en de bek draaien (b). De bek maakt daarbij een lus en beide touwen worden door de touwklem vastgehouden. Zodra de bek bijna rond is pakt hij de touwen (c). De touwhouderschijven draaien verder, daarbij het touw in de brede uitsparing tegen het mesje doorsnijdend. De naald trekt zich terug en legt het touw in de smalle uitsparing. Nadat de knoper in rust gekomen is (d) wordt de knoop van de bek gestreken en daarmee voltooid.
Bij de draadknopers worden drie van elkaar afwijkende typen toegepast.

Bij alle wordt de knoop door om elkaar heen draaien van twee draden gevormd. De knoop is haakvormig of heeft een haakvormig draadeind, dat bij neiging tot losdraaien in het pak grijpt en verder losdraaien voorkomt. Men mag dan ook automatisch met draad gebonden pakken nooit aan de draden optillen. Bij de Mc. Cormick en New Holland draadknopers brengt de naald de draad rond het pak, waarna beide einden van het draad door een knoperhaak om elkaar worden gedraaid. Men heeft dus een knoop per band. Voor een nadere beschrijving willen wij verwijzen naar 'Maaidorsers en Opraappersen'.

Ook bij hogedrukpersen wordt bij het bindapparaat een rem toegepast. Deze is meestal als naaldrem uitgevoerd, fig. 105. Hij dempt de bewegingen van het naaldjuk, zodat die soepel verlopen en de naalden onder het rijden niet gaan wippen of na het binden met een klap in de ruststand terugkomen. Tevens heft de naaldrem spelingen bij het binden op, zodat een zuiver afstellen en werken van de knoper minder kritisch is.