Soms is het mogelijk gedeukte of gescheurde delen van
dit plaatwerk te repareren door deze, na hen weer in hun model te hebben
gebracht, met een strip, een stuk plaat of iets dergelijks te versterken.
Hierbij is blindklinken vaak minder riskant dan lassen. Ook als men
veranderingen aan plaatwerk moet aanbrengen is blindklinken vaak een
handige en snelle methode. Men past in oogstmachines naast eenvoudige
glijlagers en grove rollagers vrij veel stofdichte, vaak zelfsmerende
kogel- en rollagers toe.
Deze zelfsmerende lagers hebben vaak een vrij tere afdichting, die zelfs
bij een zorgvuldige demontage ge-makkelijk kan worden beschadigd. Het
is dan ook zaak dergelijke lagers alleen als het beslist nodig is, van
de as te nemen. Meestal is de constructie zo, dat de as na losnemen
van de lagerbouten samen met het lager kan worden gedemonteerd, of dat
het stuk as met het lager kan blijven zitten. Het is, indien er kogel-
of rollagers moeten worden gemonteerd of gedemonteerd nodig de voor
het betreffende lager geldende instructies nauwkeurig op te volgen.
Men zal er vaak passende trekkers en oppersapparatuur voor moeten gebruiken.
Op oogstmachines treft men zowel tandwieloverbrengingen als ketting-,
V-snaar en riemoverbrengingen aan.
Tandwieloverbrengingen geven bij een normaal onder-houd in het
algemeen weinig aanleiding tot moeilijkheden.
Het is van belang bij een grote beurt, dus bijvoorbeeld bij het jaarlijkse
onderhoud, even te kijken of er geen abnormale slijtage is opgetreden.
Is dit wel het geval, dan zal men moeten controleren of de tandwielen
misschien los op hun assen zitten, of dat de ingrijping moet worden
bijgesteld. Los op hun as zittende, of niet voldoende in elkaar grijpende
tandwielen worden vaak schoksgewijze belast en slijten o.a. daardoor
sneller dan normaal. Wordt het loszitten niet tijdig opgemerkt, dan
is er een kans, dat niet alleen de spie, maar ook de spiebaan is beschadigd,
wat soms moeilijk kan worden hersteld. Het is vooral bij konische tandwielen
nodig hen, als het slijtagebeeld afwijkingen vertoont, tijdig bij te
stellen. Soms geschiedt dit door het plaatsen van vulringen, soms is
er een met één of meer moeren verstelbare druklager aanwezig,
fig. 115. In maaidorsers en opraappersen komen vaak hoog belaste tandwieloverbrengingen
voor, die qua constructie met die van trekkers en auto's kunnen worden
vergeleken. Het spreekt vanzelf, dat hier strikt de hand aan de smeer-
en onderhoudsvoorschriften moet worden gehouden.
De kettingoverbrengingen in oogstmachines variëren
van eenvoudige Ewartkettingen tot zwaar belaste duplex rollenkettingen
in de trommelaandrijving van bepaalde maaidorsers. In dit bestek zal
met enkele korte opmerkingen worden volstaan.
Het spreekt vanzelf, dat alle kettingwielen van een aandrijving in één
vlak moeten liggen. Is dat niet het geval, dus als zij scheef of wel
evenwijdig, maar niet in het-
|
fig. 115-IX Afstelinrichting met drukstuk voor de
conische hoofdtandwielen van een binder
zelfde vlak staan, dan wordt de ketting scheef belast met als gevolg
een sterk toenemen van de slijtage. Bij een goed in orde zijnde kettingoverbrenging
zijn de kettingleden aan beide binnenkanten licht gepolijst. Inslijten
aan één kant wijst op niet evenwijdige kettingwielen; inslijten
aan beide kanten op niet in één vlak staande kettingwielen.
Bij slijtage wordt de steek van een ketting geleidelijk groter. De tanden
van de kettingwielen hebben zich door slijtage daarbij aangepast. Het
is nu duidelijk waarom men bij vervanging van een versleten ketting ook
de kettingwielen moet vervangen. Doet men dit niet, dan is de steek van
de nieuwe ketting kleiner dan die van de kettingwielen, zodat de ketting
niet past en in korte tijd weer versleten is. Men moet een Ewart-ketting
op de juiste wijze laten lopen, fig. 116. Loopt hij verkeerd, dan worden
de 'haken' langzamerhand dichtgehamerd of dichtgedrukt, zodat men de ketting
na enige tijd vrijwel niet meer kan losnemen (zie hoofd-stuk VII).
fig. 116-IX Correcte montage van een Ewartketting
|