CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XI — ELEKTRISCHE INSTALLATIE

 

Paragraaf 52

SCHAKELSCHEMA'S (Afb. A 55, A 56, A 57 en A 58)

 

Op een tekening van een elektrische ontstekings- en verlichtingsinstallatie worden alle onderdelen en draden min of meer schematisch aangegeven. In deze paragraaf zullen enkele willekeurig gekozen schema's besproken worden.

In fig. 1, afb. 55, zijn de ontsteking, de dynamo en accu voorgesteld van een viercilindermotor. De ontstekingsstroomkringen zijn uit het desbetreffende hoofdstuk voldoende bekend; de laadstroomkring behoort echter typisch bij de in dit hoofdstuk besproken installatie. Ze omvat de tweeborsteldynamo , die dus 2 aansluitingen heeft welke meestal met D en F aangegeven zijn. De automaat-spanningsregelaar heeft er 4, nl. A , D , F en E .

D betekent dynamo, A accu, F field = veld, E earth = aarde of massa .

De D-klem van de dynamo wordt met de D-klem van de automaat verbonden, evenals de beide F-klemmen. De A-aansluiting gaat via de ampèremeter naar de accu en de F naar de massa.

Fig. 2 stelt een compleet schema van de Massey Harris poney-trekker voor. Door het invullen van de kleuren, die aangegeven zijn zal de cursist een goed idee verkrijgen van de gang van zaken.

Als aanvulling op dit duidelijke schema kan gewezen worden op de accu, die met de - (— pool aan de massa ligt, op de elektromagnetische startschakelaar zoals die besproken is in par. 51, en voorts op de lichtschakelaar die in drie standen gezet kan worden en waarmee, behalve de lampen in - en uitgeschakeld, ook een weerstand in de laadstroomkring van de dynamo geschakeld kan worden.

Is de accu ontladen dan trekt men de knop in de middenstand en is de bekrachtiging van de veldwikkeling maximaal; bij gevulde accu zet men de knop in en is er een weerstand in de veldwikkeling zodat de capaciteit van de dynamo zakt. Bij het aanzetten van de lampen is de laadcapaciteit van de dynamo automatisch maximaal .

Behalve deze regeling heeft de dynamo de regeling met een derde borstel en vanzelfsprekend een automaat . Levert de dynamo voldoende stroom dan gaat deze via de rode draad naar de ampèremeter die dan op charge staat; in geval er meer stroom uit de accu onttrokken wordt, wijst de meter naar discharge = ontladen; met de lichtschakelaar kan dan de laadstroom op maximaal gebracht worden en men kan bovendien de derde borstel verschuiven. Gen = generator of dynamo.

Het schema van afb. A 56 is dat van de Fordson Major-trekker met petroleummotor.

Als bijzonderheden zijn hier te vermelden de accu die weer met de + -pool aan de massa verbonden is en de dynamo die van het tweeborstel type is met een spanningsregelaar en automaat, waarbij de extra aansluiting A 1 opvalt. Aan deze aansluiting zijn o.a. de claxon en de verlichting aangesloten buiten het ontstekingscontact en de ampèremeter om. In afb. A 57 is een schema van een dieselmotor weergegeven dat geheel voor zichzelf spreekt.

 

Een aansluitschema voor de gloeispiralen van een dieselmotor is in fig. 1 van afb. A 58 weergegeven.

De startknop kan in 3 verschillende standen gezet worden: op 0 zijn de gloeispiralen niet ingeschakeld; op 1 gezet gaat de stroom uit de accu via weerstand 1, controlelamp en weerstand 2 naar de in serie geschakelde 4 gloeispiralen.

 

Blad 104 — Zie hierbij Afb. A 55, A 56, A 57 en A 58

 

Blad 103           Blad 105

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010