CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XI — ELEKTRISCHE INSTALLATIE

 

Paragraaf 50

STROOMREGELAARS, SPANNINGSREGELAARS EN AUTOMATISCHE

CONTACTEN

 

a. De drieborsteldynamo (Afb. A 53)

De meeste landbouwtrekkers zijn uitgerust met een tweeborsteldynamo; er zijn ook enkele merken die een drieborsteldynamo toepassen. Alvorens de wijze van stroomregeling van de laatste te behandelen (de werking is gelijk aan die van de tweeborsteldynamo) dienen eerst nog even de gedragingen van het magnetisch veld te worden behandeld. Het is uit een der voorgaande paragrafen bekend dat zich tussen de poolschoenen een magnetisch veld bevindt (fig. 1 en 2). De krachtlijnen volgen de kortste weg van pool tot pool. Wanneer nu het anker dat tussen de poolschoenen draait een stroom gaat opwekken, ontstaat in dat anker eveneens een magnetisch veld , het z.g. ankerveld . Het anker veld staat loodrecht op het hoofdveld. Deze twee magnetische velden kunnen worden beschouwd als twee krachten (fig. 3). De resultante van deze beide krachten is de richting van het uiteindelijk veld.

Het veld gaat dus niet recht van pool tot pool, maar onder een bepaalde hoek; deze hoek of verdraaiing wordt ankerreactie genoemd.

Het hoofdveld wordt dus a.h.w. in de draairichting van het anker verwrongen. De sterkte van beide magnetische velden kan veranderen en hierdoor ook de richting en grootte van het resulterend veld. De neutrale lijn van het veld staat normaal verticaal als het hoofdveld horizontaal staat; met de verdraaiing van het veld verplaatst ook de neutrale lijn zich. Dus deze blijft te allen tijde loodrecht op het resulterend veld staan.

De regeling van de spanning bij de drieborstel dynamo is gebaseerd op de ankerreactie .

De wikkeling van het anker en de veldspoelen is gelijk aan die van de tweeborsteldynamo. De aansluiting van de velddraden is echter anders. De ene kant van de veldspoel is aan de minborstel bevestigd of aan de massa van het dynamohuis en de andere kant aan de derde borstel . Aan de plusborstel zit de normale aansluiting naar de ampèremeter. De derde borstel staat in de nabijheid van de plusborstel. Bij onbelaste dynamo staat de neutrale lijn t.o.v. het hoofdveld vrijwel verticaal en zal de derde borstel die een hoek hiermee maakt stroom afnemen en het veld versterken. Naarmate het veld sterker wordt krijgt het ankerveld meer kracht en wordt de neutrale lijn verplaatst . Naarmate nu de neutrale lijn in de buurt van de derde borstel komt wordt de stroomsterkte minder en daalt daarmee de capaciteit van de dynamo ook.

Dus bij lage belasting een hoge spanning en bij hoge belasting een lage spanning en zodoende dus een regeling van de dynamo. Het nadeel van een drieborsteldynamo is dat bij een lege accu een grote stroomsterkte gevraagd wordt; hierdoor zakt de spanning . Bij gevulde accu waarbij een geringe stroomsterkte gevraagd wordt loopt de spanning vrij hoog op.

Het instellen van de laadstroom geschiedt door verschuiving van de derde borstel (fig. 4). Verschuiven in de richting van de plusborstel levert hogere en van de plusborstel af een lagere laadstroom. Het afstellen moet met draaiende dynamo en brandende lampen plaats hebben; de ampèremeter moet dan nog 2 ampère aanwijzen.

 

 

 

 

Blad 97 Zie hierbij Afb. A 53

 

Blad 96           Blad 98

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010