CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK XXIII — TREK- EN HEFINRICHTINGEN
Paragraaf 89
PRINCIPE HYDRAULISCHE HEFINRICHTING (Afb. 106)
De hefinrichting dient om werktuigen aan de trekker te kunnen bedienen d.w.z. om ze omhoog of omlaag te kunnen bewegen. Er zijn drie soorten hefinrichtingen.
a. Hydraulische hefinrichtingen.
b. Pneumatische hefinrichtingen.
c. Mechanische hefinrichtingen.
De hydraulische hefinrichting wordt het meest op trekkers toegepast. Hydraulisch wil zeggen dat er met vloeistof wordt gewerkt. Een vloeistof heeft twee belangrijke eigenschappen
a. ze is niet samendrukbaar,
b. ze neemt alle vormen aan.
Het hydraulisch druksysteem werkt volgens de wet van Pascal die als volgt luidt:
Een druk, uitgeoefend op een vloeistof in een geheel gevuld en gesloten vat, plant zich in alle richtingen met onverminderde kracht voort, zodat gelijke oppervlakken gelijke drukken ondervinden. Deze wet wordt geïllustreerd door fig. 1.
In een gesloten vat dat gevuld is met een vloeistof steekt een zuiger met een oppervlak van 1 cm2. Op deze zuiger staat een gewicht van 10 kg.
Door middel van de zuiger wordt dus nu een druk van 10 kg op de vloeistof uitgeoefend.
Deze druk plant zich door heel de vloeistof in het vat voort, met het gevolg dat op elke cm2 een druk van 10 kg wordt uitgeoefend. Is b.v. de bodem van het vat 100 cm2 dan wordt op deze bodem een extra druk uitgeoefend van 100 X 10 = 1000 kg.
Door dit verschijnsel is men in staat met een kleine kracht een groot gewicht op te heffen.
Dit wordt in fig. 2 nog eens verduidelijkt
Twee cilinders, een met een zuiger van 10 cm2 en een met een zuiger van 1 cm2 zijn door een leiding met elkaar verbonden. In deze leiding is nog een meter aangebracht.
Op de kleine zuiger drukt een gewicht van 1 kg, op de vloeistof wordt dus een druk van 1 kg per cm2 uitgeoefend.
De andere zuiger heeft een oppervlak van 10 cm2 dus hier wordt een druk van 10 X 1 = 10 kg op uitgeoefend.
Om nu de grote zuiger 1 cm omhoog te brengen, moet de kleine zuiger 10 cm naar beneden gedrukt worden daar beide zuigers evenveel vloeistof, nl. 10 cm3 verplaatsen.
Voor beide zuigers blijft dus het produkt van de verrichte arbeid hetzelfde. Fig. 3 toont aan dat in plaats van met een zuiger ook met een tandwielpomp kan worden gewerkt. De tandvlakken van de pomp dienen dan om beurten voor zuiger. De pomp haalt de vloeistof uit de voorraadbak en perst ze achter een beweegbare zuiger die d.m.v. de zuigerstang belast kan worden. De vloeistof die bij een hydraulische hefinrichting wordt gebruikt is olie. Veelal wordt een speciale olie gebruikt, maar ook wel de normale motorolie.
Blad 200 — Zie hierbij Afb. A 106
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |