CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK XXIII — TREK- EN HEFINRICHTINGEN
Paragraaf 94
HYDRAULISCHE HEFINRICHTING FARMALL SUPER A EN C
(Afb. A 114)
Bij deze hefinrichting wordt de oliedruk geleverd door een tandwielpomp, welke rechts tegen het motorblok geplaatst is en die vanaf de distributie tandwielen wordt aangedreven.
Deze pomp kan niet ontkoppeld worden.
De instelling van het regelmechanisme heeft plaats door instelhefbomen (fig. 1), welke zeer gemakkelijk bediend kunnen worden, zodat men het vingertopregeling noemt.
Wanneer de pomp werkt, doch de hydraulische installatie is uitgeschakeld, zal de pomp vrijwel onbelast kunnen werken, op dezelfde wijze als dit ook bij veel boomgaardsproeimachines het geval is.
Door elke instelhefboom wordt een aparte hefcilinder met regelmechanisme bediend.
We zullen eerst de instelmogelijkheden van één cilinder bespreken, waarna we op de afzonderlijke instelling terug komen.
Opheffen (fig. 2)
Wanneer de instelhefboom uit de gestippelde stand naar voren wordt gedrukt (zie de getrokken stand fig. 2), zal de zweefstang scharnieren om het bovenste draaipunt, dat tijdelijk stationair is, zodat de regelschuif naar links wordt verplaatst.
De tandwielpomp krijgt olie toegevoerd uit het reservoir en perst deze olie onder hoge druk weg.
Onder in het systeem wordt de overloopklep gesloten, terwijl de ontlastklep niet eerder wordt geopend, dan wanneer de druk boven 1200 Eng. ponden/ vierkante" komt (84 kg/cm2).
Bij het heffen en zakken zorgt de vernauwing er voor dat de hogedrukolie niet naar het reservoir wordt gepompt maar naar de hefzuiger. Naar boven kan de hogedrukolie via de regelschuif achter zuiger 1 komen, die naar rechts, en terugslagklep 1, die naar links gedrukt wordt. Verder wordt de zuiger 2 naar rechts gedrukt waardoor terugslagklep 2 eveneens open gaat en de olie die zich achter de hefzuiger bevindt gelegenheid krijgt weg te stromen naar het reservoir.
Door het verplaatsen van de hefzuiger gaat de hefarm naar rechts, waardoor het werktuig opgeheven kan worden.
De retourolie passeert eerst dus terugslagklep 2, daarna zuiger 1 en komt dan bij de regelschuif.
Deze schuif is doorboord, zodat de retourolie van rechts naar links door de schuif kan gaan om daarna naar het reservoir terug te stromen. Het bovenste draaipunt van de zweefstang is nu niet langer stationair, maar verplaatst zich naar rechts. Het onderste draaipunt is nu echter vast, zodat de regelschuif naar rechts verplaatst wordt, totdat de poorten gesloten zijn en het opheffen eindigt. Terugslagklep 1 valt terug op zijn zitting.
Topstand (fig. 3)
Als de hefzuiger geheel naar rechts is verplaatst, is ook de hefarm naar voren bewogen.
Blad 210 — Zie hierbij Afb. A 114
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |