CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXIII — TREK- EN HEFINRICHTINGEN

 

Paragraaf 95

T.C.U. DAVID BROWN (Afb. A 115)

 

Dit T.C.U.-systeem dient om tijdens het werken, wanneer er slip optreedt, een gedeelte van het gewicht van het werktuig over te brengen op de achterwielen van de trekker, waardoor deze sterker op de grond drukken en de slip wordt opgeheven.

Om de werking van de T.C.U. te kunnen begrijpen moet eerst de werking van de hefinrichting bekend zijn.

In fig. 1 is de schematische voorstelling van de David Brown hefinrichting merk II weergegeven, waarop later het T.C.U.-systeem is toegepast. De tandwielpomp (K) zuigt via de filter (L) de olie uit de achterbrug. De regelhefboom A heeft drie standen: zakken, neutraal en heffen. In de getekende stand (fig. 1) staat de hefboom op heffen. Wordt deze losgelaten dan wordt ze onder invloed van de veer in de neutrale stand getrokken en valt in een uitsparing die op de tekening ook zichtbaar is. Wordt de hefboom uit de uitsparing gehaald en naar beneden gedrukt dan zakt het werktuig.

Staat de regelhefboom in de neutrale stand dan gaat de olie langs de regelklep E die openstaat. In fig. 2 zijn de bedieningshefbomen van de kleppen E en D te zien. De speling in hefstand tussen de bedieningsstang en E is 1/32 " tot 1/16 " en bij D is dit 7/16 " tot 15/32 ".

In de neutrale stand zal de regelklep E open gedrukt worden en D is nog gesloten door de veer. In stand zakken zijn E en D beide open. De olie komt nu door pijp J weer terug in het reservoir, een gedeelte gaat door pijp F naar de versnellingsbak, waar het de smering verzorgt.

 

Heffen. Als de regelhefboom in stand heffen staat zijn de beide kleppen E en D gesloten.

De pomp perst de olie nu via de terugslagklep H naar de hefcilinder. De zuiger G wordt weggedrukt tot de opening M vrij komt. Door M kan een gedeelte van de olie wegvloeien naar het reservoir, echter niet zoveel als de pomp levert. De druk in de hefcilinder neemt toe en wanneer deze een druk van 1100 p/ ? " heeft bereikt, wordt de klep E die hierop is afgesteld tegen de veerdruk in, opengedrukt en kan de olie naar het reservoir wegvloeien.

De regelhefboom kan nu in neutrale stand gezet worden, waardoor klep E wordt geopend en de pomp de olie volgens de beschreven weg kan lozen. De hefzuiger zakt zover terug tot de opening M is afgesloten. De terugslagklep H wordt door de veer dicht gedrukt, waardoor de olie achter de hefzuiger is geblokkeerd.

 

Neutrale stand. De last wordt nu gedragen op de oliekolom tussen zuiger en terugslagklep. Deze druk wordt gecontroleerd door de regelklep D, die afgesteld is op 1400 p/ ? " dus 300 p/ ? " hoger dan de klep E. Dit is gedaan om zware lasten over afstanden te vervoeren.

Door oneffenheden van de weg zal de last iets schokken en worden de drukken die hierdoor ontstaan opgevangen door de overcapaciteit van 300 p/ ? " der klep D. Wordt de druk hoger dan 1400 p/ ? " dan zal de klep D open worden gedrukt en gaat de last zakken.

 

Zakken. Wanneer de regelhefboom in de laagste stand staat gaat de regelklep D open.

Het sneller of langzamer zakken van het werktuig kan met de regelhefboom beïnvloed worden door deze sneller of langzamer naar beneden te drukken.

 

 

Blad 212 — Zie hierbij Afb. A 115

 

Blad 211           Blad 213

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010