CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXVI BEDIENING, SMERING EN ONDERHOUD VAN TREKKERS

 

Paragraaf 106

BEDIENING VAN TREKKERS

 

We zullen beginnen met de bediening van een trekker uitgerust met een mengselmotor en wel het type, dat het meest voorkomt, nl. de petroleummotor.

Voordat men met een trekker gaat werken is van belang eerst de volgende punten te controleren:

 

a. Koelwater.

 

Het koelwaterpeil in de radiator moet gecontroleerd en zo nodig bijgevuld worden. Hiervoor kan men het beste regenwater gebruiken; leidingwater is „hard" en geeft meestal aanleiding tot ketelsteenvorming. Het gebruik van slootwater is ook af te raden, omdat hierbij gemakkelijk vuil in de radiator en koelruimten kan komen.

Bij vriezend weer is het van het grootste belang het koelwater tijdig af te tappen of te vermengen met antivries. In verband met de hoge temperatuur van een petroleummotor moet het gebruik van alcoholhoudend antivries worden afgeraden.

Om te voorkomen dat bezinksel uit het koelwater de koelruimten zou verstoppen is het goed, om iedere 100—300 uren het koelwater af te tappen en de radiator met water door te spoelen, totdat er schoon water uitkomt.

Vooral na het aftappen van antivries is dit van groot belang.

 

b. Smeerolie.

 

Voor het aanzetten van de motor moet men steeds het oliepeil in het carter controleren, zo nodig neergeslagen petroleum aftappen en olie bijvullen; de trekker dient hierbij waterpas te staan.

De viscositeit van de te gebruiken smeerolie is in het instructieboek aangegeven.

Bij normale belasting moet het verversen van de smeerolie om de 60 draaiuren plaats vinden. Bij zware belasting zal dit echter eerder moeten gebeuren, bij lichte belasting kan men meer uren met dezelfde olie draaien. Men lette daarom steeds op de kleur van de olie.

Bij een nieuwe of een gereviseerde trekker moet eerst de olievulling na ± 25 uren worden afgetapt en mag men de motor de eerste 50—100 uren slechts weinig belasten.

Het smeeroliefilter moet bij gebruik van petroleum als brandstof na 100— 200 draaiuren vernieuwd worden. Gebruikt men benzine als brandstof dan zal men tweemaal zolang met een filterelement kunnen werken. De zeef van de oliepomp moet tweemaal per jaar worden schoongemaakt.

 

c. Brandstof.

 

Wanneer men koelwater en smeerolie gecontroleerd en op peil gebracht heeft moet men ook de brandstofvoorraad nagaan. Het is van groot belang de volgorde van controle aan te houden zoals die hier is gegeven, dus eerst water, daarna olie en tenslotte brandstof. Zonder brandstof zal een motor niet willen draaien, zonder koelwater of smeerolie wel en daarin schuilt juist het grote gevaar.

 

 

Blad 227

 

Blad 226           Blad 228

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010