Nederlandse index
Homepage
English index

 

VOORBEELDEN VAN STANDEN VAN DE VINGERTOPREGELAAR

1. Transportstand (Fig. 7).

Fig. 7.
Zet de grote vingertopregelaar geheel naar boven op het binnenste quadrant. Wanneer het werktuig over een lange afstand vervoerd moet worden, moet de diepteregelaar (kleine vingertopregelaar) onderaan het kleine quadrant gezet worden. De diepteregelaar moet in de ingestelde stand blijven staan wanneer het werktuig aan het eind van de werkgang opgeheven wordt.
2. Normaal ploegen en cultiveren (Fig. 8).

Fig. 8.
De grote vingertop regelaar in de onderste helft van het quadrant zodanig stellen, dat de vereiste reactiesnelheid verkregen is. De diepteregelaar moet voorbij de markeringen op het quadrant in het onderste gedeelte gezet worden overeenkomstig de vereiste diepte.
3. Ondiep werken. Zwaar werktuig (Fig. 9).

Fig. 9.
De grote vingertopregelaar in het onderste gedeelte van het quadrant overeenkomstig de vereiste reactiesnelheid. De diepteregelaar vóór de markering in het bovenste gedeelte van het quadrant overeenkomstig de vereiste werkdiepte.

 

 

4. Werktuigen die uitwendig hydraulische druk nodig hebben of om het veiligheidsventiel te laten werken zonder de onderste hefarmen omlaag te houden (Fig. 10).

Fig. 10.
De positie vingertopregelaar in het onderste gedeelte van het quadrant overeenkomstig de vereiste reactiesnelheid. De diepteregelaar vóór de markeringen op het quadrant. Olie zal nu naar uitwendig hydraulisch bediende werktuigen stromen of het veiligheidsventiel zal openen. Beweging van deze regelaar naar onder en voorbij de markeringen op het quadrant zal olie van de werktuigen doen terugvloeien.
5. Positieregeling. Door de grond gaande werktuigen (Fig. 11).

Fig. 11.
De positie vingertopregelaar in het bovenste gedeelte van het quadrant overeenkomstig de vereiste werkdiepte. De diepteregelaar onderaan het quadrant in de stand voor maximum druk.
6. Positieregelaar. Niet door de grond gaande werktuigen (Fig. 12).

Fig. 12.
De positie vingertopregelaar in het bovenste gedeelte van het quadrant overeenkomstig de hoogte waarop het werktuig moet werken. De diepteregelaar op of voorbij de markering op het quadrant.

 

Naar pagina 22 en 23