WAARSCHUWING.

De standen tussen 70" (1920 mm) en 80" (2032 mm) zullen een extra zware belasting op de voorwiellagers tot gevolg hebben. Deze standen mogen alleen gebruikt worden wanneer dit absoluut noodzakelijk is. Nooit als voorladers of dergelijke gemonteerd zijn.

Achterwielen.

De spoorbreedte van de achterwielen kan gesteld worden door de velg en wielschijf in verschillende standen te monteren, zoals aangegeven in fig. 17 en 18.
Indien de standen 48", 52", 64" of 68" ingesteld worden vanaf de standen 56", 60", 72" of 76", moeten de wielen verwisseld worden. Controleer steeds wanneer de achterwielen gesteld zijn of de pijl aan de zijkant van de banden wel in de voorwaartse richting wijst.

Fig. 19.

A. BATTERIJ.
B. NIVEAU EN VULPLUG STUURHUIS
C. VULDOP AANDRIJVING EN HYDRAULISCH MECHANISME.
D. PEILSTOK AANDRIJVING EN HYDRAULISCH MECHANISME, (invetten inspectiedeksel).
E. SCHOMMELPEN VOORAS.
F. VOORWIEL NAVEN MET VET GEVULD.
G. INSPECTIEDEKSEL KOPPELING.
H. AFTAPPLUGGEN AANDRIJVING EN HYDRAULISCH MECHANISME.

SMEERNIPPELS - SMEREN ZOALS VOORGECHREVEN.
1. WATERPOMP.
2. KOGELGEWRICHTEN STUURSTANGEN.
3. FUSEEPENNEN.
4. REMPEDALEN (RECHTS AAN DE TREKKER).
5. KOGELGEWRICHTEN STUURARMEN.
6. GEWRICHTEN KORTE HEFARMEN.
7. STELINRICHTING RECHTER HEFARM.
8. LAGER STUURAS.

BELANGRIJK

SMEER NIET
Koppeling. Kogelgewrichten en pennen hefarmen.
Remarmen. Gasstangverbindingen

DIKTE TE GEBRUIKEN OLIE
Buitenlucht
temperatuur boven 4° C onder 4° C
S.A.E. 50 40