AFSTELLEN VAN HET MOTORTOERENTAL

Stationairdraaien en het maximale toerental, bij onbelaste motor, wordt ingesteld door de stelbouten C en D bovenop de brandstofpomp. De bout voor hel afstellen van het maximale toerental is afgesteld door de fabriek en daaraan mag niet worden gedraaid. Het is echter wel goed om te controleren dat de motor een toerental kan halen van 2200, zonder belasting.
Het. stationaire toerental kan worden afgesteld met bout C; bij links omdraaien zal het toerental afnemen en bij rechtsom draaien wordt het toerental hoger.
De bout moet worden vastgezet wanneer een stationair toerental tussen 440 en 495 is verkregen.

Fig. 10 - Brandstofpomp.

A. en B. ONTLUCHTINGSPLUGGEN.
C. AFSTELSCHROEF VOOR STATIONNAIRDRAAIEN.
D. AFSTELSCHROEF VOOR HET MAXIMALE TOERENTAL.
E. GASHANDLE.
F. HANDLE OM DE TOEVOER VAN DE BRANDSTOF AF TE SLUITEN.

De uiterste zorg moet worden besteed om de brandstof zuiver te houden. Zorg ervoor, dat de aanwijzingen, die zijn gegeven voor het onderhoud van filters enz. stipt worden nagekomen.

Daar de opslag van brandstof zeer belangrijk is voor een ongestoord werken van de motor worden hier nog enkele aanwijzingen gegeven.

1. Gebruik nooit gegalvaniseerde vaten en dergelijke voor brandstof.

2. Reinig de binnenzijden van tanks en dergelijke, waarin brandstof moet worden opgeslagen nooit met een doek, die verhaart.

3. De inhoud van brandstoftanks voor opslag moet zodanig zijn, dat de tussenpozen van vullen niet te lang duren. Een tank met een inhoud van 2500 liter is voldoende groot voor de gemiddelde bedrijven.

4. Wil men een brandstoftank aanschaffen, dan is het raadzaam om overleg te plegen met de leverancier van de brandstof.

5. Ondergrondse brandstoftanks verdienen de voorkeur boven bovengrondse opslag.