Stoomgemaal Hertog Reijnout | Midden in de polder Arkemheen ligt een uniek monument, het stoomgemaal Hertog Reijnout. Dit stoomgemaal is 100 jaar lang in bedrijf geweest, van 1883 tot 1983. Daarna werd haar functie overgenomen door een electrisch gemaal dat nu overtollig water uit de polder maalt. In 1985 werd het stoomgemaal gerestaureerd zodat dit cultuurhistorische monument behouden blijft voor de toekomst. Stoomgemaal Hertog Reijnout is het enige nog werkende gemaal met buitenschepraderen. |
Stoomgemaal Cruquius | De drooglegging van de Haarlemmermeer was een immens werk. Drie jaar lang braakten de schoorstenen van de drie stoomgemalen die voor dit karwei waren gebouwd: de Leeghwater, de Lynden en de Cruquius, hun rookwolken uit. |
Stoomgemaal De Tuut | Het stoomgemaal De Tuut in Appeltern is gebouwd in 1918 en was decennia lang een van de acht stoomgemalen in het Land van Maas en Waal die voor de afwatering zorgden. In 1967 werd het gemaal buiten gebruik gesteld. De Tuut is het enige van de 34 stoomgemalen in het Gelders rivierengebied dat bewaard is gebleven. Dit is gebeurd dankzij de Monumentenstichting Baet en Borgh die het totaal vervallen gemaal in 1984 van het polderdistrict kocht met de intentie om het weer in oude glorie te herstellen. |
Stoomgemaal Halfweg | Tussen Amsterdam en Haarlem ligt het plaatsje Halfweg dat nog in het bezit is van het oudste nog draaiende stoomgemaal ter wereld. Het is gebouwd in 1853 en diende als boezemgemaal om het overtollige water uit de ringvaart van de Haarlemmermeer eerst naar het IJ en later naar het Noordzeekanaal te malen. Dit gebeurde met een capaciteit van 25.000 liter water per seconde. |
Stoomgemaal Mastenbroek | In 1961 hielden de trage, dreunende slagen van de oude machine van het stoomgemaal in de Mastenbroekerpolder op. Langzaam kwam de houten drijfstang van de uitzonderlijke, meer dan honderd jaar tevoren door de machinefabriek 'De Atlas' gebouwde, stoommachine tot stilstand. De druk in de stoomketel viel weg, de grote schepraderen sloegen geen water meer uit de polder en kwamen druipend in hun stille, vaste positie. Het enorme vliegwiel maakte geen omwentelingen meer. |
Stoomgemaal De Hooge Boezem | De pompen en motoren die dienst hebben gedaan bij jarenlange afwatering zijn nog in authentieke staat, en al draaiend te bezichtigen door de bezoekers. Zowel voor technici, natuurmensen of gewoon een bezoeker is het een indrukwekkend gezicht om te zien hoe de hele ontwikkeling van de waterhuishouding in de pompruimte is uitgestald. |
De officiële web-site van het ir. D.F. Woudagemaal | Een slapende reus. Terzijde van de provinciale weg N359 ligt, vlak achter Lemmer, een slapende reus. Een gigant die drie of vier keer per jaar wordt gewekt en dan een aantal dagen geweldig werk verzet. Al sinds 1920 voorkomt hij dat het Friese land bij hoogwater onderloopt. Puffend schept hij met enorme slagen 4 miljoen liter water per minuut uit de Friese boezem naar het IJsselmeer. De stoom slaat er vanaf, maar hij is wel in staat om in twee dagen een hoeveelheid water te verplaatsen vergelijkbaar met de hele inhoud van het Sneekermeer! Die reus heet het ir. D.F. Woudagemaal en is het enige stoomgemaal ter wereld, dat zijn oorspronkelijke functie heeft behouden. Weliswaar is er sinds 1966 in Friesland een moderner gemaal, maar nog steeds wordt het Woudagemaal bij hoge waterstanden aangezet. Na zes uur opstarten en opwarmen draait de inmiddels 80 jaar oude machine op volle toeren. En dat is een magnifiek gezicht. Als de ketels weer zijn opgestookt, stroomt het publiek massaal toe om getuige te zijn van een verloren gewaande, historische sfeer. Het gebouw staat op dat moment te stomen als een oude locomotief. In de machinehal draaien vier enorme vliegwielen tussen acht centrifugaalpompen. Samen met de zogenaamde tandem-compound stoommachines spelen zij een luidruchtig, ritmisch concert. Ook in het ketelhuis en in de kelder klinkt het geluid van industrieel verleden. Omdat het respectabele Woudagemaal een belangrijke praktische functie in de Friese waterhuishouding heeft, wordt het door een vaste technische ploeg bediend en onderhouden. De machines lopen loepzuiver, alsof ze net afgeleverd zijn. De ruimten zijn kraakzindelijk, alsof de koningin ieder moment op bezoek kan langskomen, zoals destijds bij de opening in 1920. Geen wonder dat de Unesco het perfect bewaard gebleven gemaal recentelijk op de Werelderfgoedlijst heeft gezet. Een enorme eer, die echter ook tot nadenken over de openbaarheid van dit monument heeft geleid. |
Het Ir. D.F. Woudagemaal | Hieronder volgt een stukje achtergrondinformatie over het Ir. D.F. Woudagemaal te Tacozijl (Lemmer), het oudste en nog werkende stoomgemaal van Europa. Ook kunt u een kijkje nemen in het fotoboek. Het stoomtijdperk is voorbij. Maar het Ir. D.F. Woudagemaal te Lemmer is, als het moet, nog volledig in bedrijf. Stoommachines spreken tot de verbeelding van de mens. Dat komt door hun uitstraling. Ze hebben iets mystieks. Ze zijn sterk en hebben ondanks hun massa iets gracieus. In het stoomgemaal staan er maar liefst vier. De kraakzindelijke machinehal van het ir. D.F. Woudagemaal ademt een sfeer van harmonie, kracht en schoonheid. Geen wonder dat de UNESCO eind 1998 besloot het gemaal op de werelderfgoedlijst te plaatsen. |
Ir. D.F. Woudagemaal | The advent of steam as a source of energy provided the Dutch engineers with a powerful tool in their millennial task of water management, and the Wouda installation is the largest of its type ever built. |
Gemaal Jan Anne Beijerinck | Door het eeuwenlang steken en baggeren van
turf ontstond er ten noorden van Capelle aan den IJssel en Rotterdam een
uitgestrekt plassengebied. Om de opgeofferde landbouwgrond terug te winnen,
maar vooral om overstromingen in de omgeving van het gebied te voorkomen
zijn de plassen rond 1873 drooggelegd en vormen voor een groot deel de Polder
Prins Alexander. De aanvankelijk kale onherbergzame polder is nu, ruim 125
jaar later, een prima woonstek geworden voor bijna 200.000 mensen die wonen
in één van de laagst gelegen gebieden van Europa
Het definitieve droogleggingsplan van de Polder Prins Alexander(1859) van Ir. Jan Anne Beijerinck (1800-1871) voorzag in de bouw van drie zogenaamde benedengemalen en een bovengemaal. Het gemaal Jan Anne Beijerinck uit 1869 is als enige van de oorspronkelijke benedengemalen bewaard gebleven. Aanvankelijk drie, later twee, benedengemalen moesten het water uit de plassen, en na de drooglegging uit de polder,opvoeren naar de 4 meter hoger gelegen ringvaart van waar het door het bovengemaal bij Kralingse Veer in de 2 meter hoger gelegen Nieuwe Maas werd gepompt. Sinds 1990 wordt de bemaling van de polder geregeld door een nieuw gemaal in Nieuwerkerk aan den IJssel waardoor de oude gemalen overbodig werden. In 1993 droeg het Hoogheemraadschap van Schieland het gemaal, welke nog steeds kan functioneren als reservebemaling, over aan de Stichting Beijerinckgemaal. Het gemaal is door de provincie Zuid-Holland aangemerkt
als beschermd monument en kan worden beschouwd als een object van historische
waarde met een bijzondere architectuur. Het oorspronkelijk door stoomkracht
aangedreven gemaal is nu het oudst nog werkende- en elektrisch bediend
gemaal van Nederland. De elektrische installatie, pompen en motoren dateren
uit 1927 en zijn inmiddels zeldzaam geworden,terwijl het gemaal historisch
van betekenis is vanwege de rol die het heeft gespeeld bij de drooglegging
en de waterhuishouding van de Polder Prins Alexander. |
Als je aan de linkerkant van het scherm geen navigatiebalk ziet klik dan hier om het probleem te verhelpen.
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |