fig. 104-I Zelflichtende eg (Dreesman)
fig. 106-I Lichtmechanisme (Daling) |
lichtmechanismen Op lichte gronden wil een eg vaak niet voldoende schommelen. Daar een schommelende eg minder snel volloopt dan een niet schommelende moet de eg me-chanisch aan het schommelen worden gebracht. Dit geschiedt bij het lichtmechanisme van Dreesman, fig. 104, en van Knol, fig. 105. Bij het lichtmechanisme van Daling, fig. 106, wordt de eg alleen gelicht en niet in een schommelende beweging gebracht. De lichtvoet aan de wentelaar is in hoogte verstelbaar. gebruik Eggen worden gebruikt voor: eggen met bewegelijke tanden Deze eggen worden ook wel gelede eggen genoemd. De tanden zijn afzonderlijk of in groepen van twee of drie bewegelijk met elkaar verbonden. De voornaamste typen zijn de onkruideggen en de kettingeggen. |
fig. 105-I Zelflichtende eg (Knol) |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina