Nederlandse index
Homepage
English index

 

fig. 1-X Schema van een loofklapper in zijaanzicht

fig. 2-X Schematisch achteranzicht van een loofklapper. De lengte van de
             klepels is ongelijk, zodat zij bij de vorm van de ruggen zijn aangepast

a. doodspuiten

Om het aardappelloof dood te spuiten wordt een loofdodend middel gebruikt. Dit wordt met de normale landbouwspuit (zie hoofdstuk VI) over het gewas gespoten. De loofmassa zal hierdoor wel aanzienlijk verminderen, maar het dode loof wordt toch nog mee in de machine opgenomen en zal aldaar moeten worden verwijderd.

b. loofklappers

Een loofklapper is een stevig gebouwde machine, waarmee het mogelijk is het loof van de aardappelen te verwijderen met behulp van een snel ronddraaiende as met klepels. Het loof wordt hierbij verbrijzeld en over het gewas verspreid. Er bestaan meerdere uitvoeringen. De meest gangbare loofklapper is een tweerijige machine met een werkbreedte van ongeveer 1,35 m, fig. 1. De machine wordt getrokken en aangedreven door een trekker. Ze wordt gedragen door twee luchtbanden die in de geulen tussen de rijen lopen. De hoogte van deze wielen is instelbaar. In de machine is een zware horizontale as gebouwd. Aan deze as zijn op regelmatige afstanden kettingen of zware rubber of stalen klepels bevestigd. Bij de meeste loofklappers is de lengte van de scharnierend bevestigde klepels aangepast aan het profiel van de aardappelruggen, fig. 2-3.

 

Deze as met klepels draait tijdens het werk snel rond waardoor het loof wordt verbrijzeld. Over de as met de klepels is een beschermkap aangebracht. Er bestaan verder ook nog loofklappers die zijn uitgerust met freesmessen. Nog weer andere hebben freesmessen en kettingen. Een speciaal type loofklapper bestaat uit een horizontale schijf waaraan een tweetal kettingen zijn gemonteerd, fig. 4. Deze schijf wordt dan aangedreven, waardoor de kettingen in een horizontaal vlak snel rond draaien. Soms ook wordt de loofklapper vooraan de trekker bevestigd die de rooimachine trekt. De loofklapper is ook wel aan de rooimachine zelf gemonteerd, waardoor het loof van de volgende rij geklapt wordt. De meeste loofklappers zijn voorzien van loofheffers, die het loof, dat tussen de ruggen hangt onder het bereik van de klepels brengen. In vele gevallen worden tijdens het loofklappen, in dezelfde gang de overblijvende stoppeleinden doodgespoten. Voor goedgekeurd pootgoed kan dit zelfs noodzakelijk zijn. De stengelresten kunnen echter ook met een normale veldspuit worden doodgespoten. Een loofklapper moet nauwkeurig in hoogte kunnen worden afgesteld. Bij een te diepe afstelling zullen de aardappelen boven in de rug beschadigd kunnen worden; bij een te hoge afstelling zal het resultaat onvoldoende zijn. De diepte instelling geschiedt door het steunwiel, door middel van een schroefspil hoger of lager te stellen.

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina