Bij de reparatie van aardappelrooiers heeft men vooral te maken
met het rooimechanisme en de zeeforganen; de reparatie van de andere delen
vertoont veel overeenkomst met die van andere landbouwmachines. Het uitsmeden
van een stomp geworden rooischaar is vooral bij de tweedelige typen,
omdat de schaar volkomen glad moet zijn, bijzonder moeilijk. Meestal wordt
de schaar dan ook door slijpen aan de onderkant gescherpt. Indien de schaar
na eventueel uitsmeden niet voldoende glad is, zal men hem met een handslijpsteen
moeten bijwerken. Hierna moet de oppervlakte volkomen glad zijn. Is dit
niet het geval, dan krijgt men last van stropen e.d. Indien een schaar
door slijtage te kort geworden is, dan moet hij door een nieuwe worden
vervangen. Zijn naast de schaar schijven aanwezig, dan kan het zo nu en
dan nodig zijn deze te slijpen en zo nodig de lagers bij te stellen of
te vervangen. Bij slingerende schijven zetten zich tussen de schijven
en de schaar loofresten vast, zodat men verstoppingen krijgt. De kettingroosters
zijn, doordat zij de er op gebrachte grond moeten uitzeven, zoals gezegd
aan extra slijtage onderhevig. Het is dan ook zeker niet abnormaal als
een roosterketting na 20-30 ha moeten worden vervangen. De vroeger veel
toegepaste Hooverkettingen slijten het sterkst op de aanrakingspunten
van de leden. Door het slijtageproces wordt de afstand tussen de staven
groter, zodat er verliezen kunnen optreden en de ketting niet meer op
de kettingwielen past. Men kan de versleten leden gemakkelijk uithalen
en door nieuwe vervangen. De Krakei rooiers hebben een speciaal type ketting, fig. 28, die niet behoeft te worden gesmeerd. Men moet er bij dit type wel op letten of de afstand tussen de staven nog correct is en de verbindingsschakels zo nodig met een hiervoor verkrijgbaar speciaal stuk gereedschap wat verder dichtbuigen. Het repareren van een gebroken rubberriem is veelal niet mogelijk. Men kan hierover zo nodig overleg met een voor dit werk ingericht bedrijf plegen. Indien de vaak om de staven gemonteerde rubber of plastic slangen versleten zijn, moeten zij worden vervangen. Vaak worden zij voor de montage in de lengte opengesneden en aan beide einden met ijzerdraad vastgezet. Hierbij moet erop worden gelet dat de lassen van de draden niet aan de bovenkant komen, waar zij aardappelen zouden kunnen beschadigen. Wil men op losse rechte staven rubberbuis monteren, dan kan men het opschuiven vergemakkelijken door de slang of de staaf in een zeepoplossing te dopen. Men kan bovendien nog een luchtcompressor op het achtereinde van de slang aansluiten. |
Het richten van verbogen roosterstaven levert geen bijzondere problemen
op, het kan vaak zelfs zonder de ketting te demonteren met een passende
pijpbuiger worden gedaan. De aandrijving vraagt in het algemeen geen andere dan de bij landbouwmachines gebruikelijke zorg. In die gevallen waar de zeefkorf op rollen rust en door wrijvingsrollen wordt aangedreven, moet men er goed op letten of deze rollen nog goed rond zijn. Is dit niet meer het geval, dan moeten zij van nieuwe loopvlakken of banden worden voorzien of als dit niet mogelijk is worden vervangen. Doet men dit niet tijdig, dan treedt er een zware schoksgewijze lagerbelasting op, met alle gevolgen van dien. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina