Nederlandse index
Homepage
English index

 

fig. 15-XII

Gebruik

Men moet bij het plukken van gelegerd vlas rekening houden met de legerinrichting. In het algemeen gaat het plukken minder goed als het vlas achterover hangt. Dit houdt verband met de hellende stand van de plukelementen.
Verbogen verdelers geven aanleiding tot platstrijken, stropen en soms wikkelen. Stropen kan ook worden veroorzaakt door het te onrijp plukken, een te lage spanning van de trekriemen of door een verstopte afvoer.
Dit laatste ontstaat meestal bij de overgang van de dwarstransporteur naar de bindtafel of op de bindtafel. Het wordt veelal veroorzaakt door te hard rijden in een zwaar gewas.

§ 3 bonenplukmachines

Het machinaal bonen „plukken" heeft ook in West-Europa algemeen ingang gevonden. De machines plukken de peulen niet, maar slaan deze met de verende tanden van een haspel van de plant, fig. 14. De peulen, vermengd met blad en stukjes stengel worden daarna door doekelevatoren omhoog gevoerd en door een luchtstroom van blad en andere lichtere bijmengselen ontdaan.
Trosjes met peulen worden door de pennen van de tros-afscheidingselevator mee omhoog genomen en zo van de losse peulen gescheiden. Bij de Ploeger vallen de trossen op een roosterketting, waar de peulen doorzakken die dan door roterende tweearmige messen van de steekjes worden gesneden, fig. 15.

De peulen worden bij het afslaan zo weinig beschadigd, dat dit bij directe verwerking in een conservenfabriek geen bezwaar oplevert. Desgewenst kan het haspeltoerental, ± 300 omw./min., voor het plukken van een jong en dus ge-voelig gewas worden verlaagd.
De machines hebben een licht raam van buis en profiel-staal.
Het raam rust voor op de trekker en achter op twee grote luchtbanden. De plukhaspel zit soms in een apart in hoogte verstelbaar raam.
Bij de Ploeger plukmachine loopt het pluklichaam voor en achter op een in hoogte verstelbaar wiel, fig. 14. Normaal staat de haspel voor hoger dan achter, zodat de planten geleidelijk van boven naar onderen worden uitgekamd.

Gebruik

Bij de afstelling komt het er op aan de haspel niet onnodig diep te stellen maar wel zo, dat alle peulen worden verwijderd. Verder moet men het haspeltoerental en de rijsnelheid zo kiezen, dat precies alle peulen worden afgeslagen en dat de peulen niet te veel worden beschadigd. Bij te snel rijden zullen niet alle peulen worden geplukt; bij te langzaam rijden worden er onnodig veel blad en stengels met de bonen afgeslagen en is er meer kans op beschadiging van de peulen. In het algemeen zal de rijsnelheid tussen 3 en 6 km per uur liggen. Het is duidelijk, dat een dergelijke machine, die in een groen en vaak ook nog nat gewas werkt, regelmatig moet worden schoongemaakt.

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina