fig. 6-XIV | |
De gewichtsregulateur met staande gewichten, fig. 6, bestaat uit een metalen doos met deksel, die in open verbinding staat met de vacuumleiding. De buitenlucht kan in de doos toetreden als de met gewichten ver-zwaarde klep wordt opgetild. Door de dan toetredende buitenlucht zal de onderdruk in de vacuumleiding min-der groot worden en de klep door zijn gewicht weer op de zitting komen. Men kan de grootte van de onderdruk instellen door meer of minder gewichten aan de klep te bevestigen.
fig. 7-XIV |
Het type met hangende gewichten, fig. 7, werkt op over-eenkomstige wijze. Ook hierbij tilt de onderdruk de klep op een zeker moment op en kan men het vacuüm in-stellen door het bijplaatsen of wegnemen van gewich-ten. De gewichtsregulateurs zijn eenvoudig en bedrijfs-zeker. Zij moeten voor een goede werking rechtop en trillingvrij zijn opgesteld en komen daarom niet voor verplaatsbare installaties in aanmerking. De veerregulateur, fig. 8, komt wat de werking betreft overeen met de directe drukregelaars bij spuiten. Het verschil is, dat de klep niet naar buiten, maar naar bin-nen opent. Bij dit type kan men het vacuüm instellen door de veer meer of minder spanning te geven. De vacuummeter meet de hoogte van het vacuüm, d.i. het verschil in druk tussen de buitenlucht (1 atm.) en het vacuüm in de leiding. Deze hoogte van het vacuüm wordt veelal uitgedrukt in cm of inches kwikkolom dan wel in kg/cm2. Zo is bijvoorbeeld 0,5 atm. = 0,5 kg/ cm2 = 38 cm of 15 inches kwikkolom.
fig. 8-XIV |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina