fig. 32-XIV Doorloopmelkwagen | |
Machinemoeilijkheden kunnen vele oorzaken hebben, bijvoorbeeld
de motor, de vacuumpomp, het leidingenstelsel, de régulateur, enz.
Gelukkig kan men de meeste oorzaken bij een systematische controlebeurt
localiseren en opheffen. Dit is een van de redenen, waarom een regelmatige
controle gewenst is. Men heeft voor het onderzoek behalve de nodige reserve-onderdelen,
de volgende instrumenten nodig: Een toerenteller, drie op één
gemeenschappelijke buis gemonteerde vacuummeters en thuis een kwikvacuummeter.
De laatste dient om de andere vacuummeters te ijken. Hij kan op een eenvoudige
wijze zelf worden vervaardigd. Bij het Instituut voor Landbouwtechniek
en Rationalisatie te Wageningen is voor dit doel een tekening verkrijgbaar.
Dat men drie gekoppelde vacuummeters gebruikt vindt zijn oorzaak in het
feit, dat vacuummeters door het transport nogal eens ontregeld raken. |
Aangezien deze, uitzonderingen daargelaten, meestal niet direct in de richting van een bepaald onderdeel wijzen is het goed de installatie schoon te maken en te controleren. Men begint met een nauwkeurige inspectie van alle rubberonderdelen, zoals tepelvoeringen, slangen, e.d. Zijn deze in orde of eventueel door nieuwe vervangen dan wordt de vacuumleiding grondig doorgespoeld. Hierbij gaat men meteen na of de leiding wel overal goed leegloopt en bevestigt zo nodig doorgezakte of verkeerd gemonteerde buizen weer zo, dat het afschot correct is. Daarna demonteert en reinigt men de régulateur, er op lettend, dat hij soepel loopt en dat de klep goed op de zitting sluit. Is dit in orde of in orde gemaakt dan laat men de pomp draaien. Indien het geluid normaal is kan men het vacuüm meten en bij verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld de vochtvanger en de vochtdruppelaars, luisteren of er ergens een lek is. Zo nodig kan men deze controle aanvullen door bij een verdachte plaats een kaarsvlammetje te houden. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina