Door het midden van de zaaischijf en dus ook door de cellen
lopen één of twee gleuven, fig. 27. Door deze gleuf of gleuven
loopt aan de onderkant boven de vorentrekker een vast opgestelde uitwerper.
Deze wipt de zaden uit de cellen. Bij het bandje van de Stanhay bevindt
zich onder het bandje een glijplaat. Waar deze eindigt vallen de zaadjes
in de vorentrekker. Het zaaielement kan in een parallellogramconstructie
opgehangen zijn. Het wordt door drukrollen voor en achter gedragen. Dit
parallellogram is bij andere machines door een constructie vervangen waarbij
naast het element een loopwiel zit en het element een vrij scharnierende
drukrol heeft.
zaaimechanisme Het precisiebietenzaad wordt in Nederland in drie groot-teklassen ingedeeld. Het is uiteraard nodig, dat de cellen of de gaten hierbij zijn aangepast. B zaad heeft een dia-meter van 3-4 mm; C zaad van 3,25-4,25 mm en D zaad 3,5-4,5 mm. Uit deze fractionering blijkt wel, dat de afmetingen van de cellen nauwkeurig moeten zijn. De diepte van de cel mag iets groter zijn dan de kleinste |
maat van de fractie en de breedte ca. 1 mm groter dan de grootste maat. De afstrijker dient om dubbelvulling van de cellen te voorkomen. Een draaiende afstrijker heeft het voordeel, dat het zaad in beweging blijft. Het is meestal een rol van metaal, van rubber of van met rubber bekleed metaal. De laatste soort slijt sneller dan de andere. fig. 27-III Zaaischijf met twee en één rij cellen |
fig. 28-III Profielen van drukrollen |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina