Men moet er bij het slijpen op letten, dat de kouters weer
het oorspronkelijke model krijgen.
Het spreekt vanzelf, dat men verbogen of gedeukte zaaipijpen of
delen daarvan vervangt. Reparatie hiervan is moeilijk of praktisch gesproken
onmogelijk en op zijn minst tijdrovend.
De automatische in- en uitschakeling zal in het algemeen weinig
moeilijkheden opleveren. Wel moet eventuele overmatige speling worden
bijgesteld en uiteraard moeten defecte delen worden vervangen of als dit
gemakkelijk gaat gerepareerd worden.
De automatische bediening voor de markeurs moet zo worden afgesteld
dat het machinegewicht niet op het mechanisme kan gaan rusten. Dit afstellen
verschilt nogal, maar is in elk instructieboekje te vinden. Bij de behandelde
machine kan de opstand hoger of lager worden gesteld, fig. 23.
|
.
|