Nederlandse index
Homepage
English index

 

fig. 23-VIII Maaibalk, waarbij de trekkerromp als hoofdraam wordt gebruikt

 

Hierdoor kan men de stand van de balk bij het land en het gewas aanpassen. De vingerbalk zelf zit scharnierend aan het draaistuk; dit opdat de balk zich bij oneffenheden van het land kan aanpassen en voor transport kan worden opgeklapt. Bij het optrekken komt eerst het hulpraam tot een aanslag omhoog. Daarna trekt de tuimelaar aan de vingerbalk, zodat die opklapt, fig. 24.

Gebeurt het optrekken met een handel dan is er om het optrekken te verlichten een balansveer aanwezig, fig. 1
Op vele trekkermaaibalken is een beveiliging aangebracht, die ervoor zorgt, dat de vingerbalk bij het raken van een obstakel of naar achteren kan uitwijken, fig. 25, of dat de trekker automatisch wordt ontkoppeld, fig. 26.

fig. 25-VIII Uitklinkbeveiliging (S en S)
                  1. Draaistuk
                  2. Trekstang aan 1
                  3. Klink met veer
                  4. Trekstang aan hoofdraam

 

 


fig. 24-VIII Optrekmechanisme (S en S)

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina