Nederlandse index
Homepage
English index

 

hoofdstuk IX

graanoogstmachines

 

inleiding

Graanoogstmachines worden behalve voor graan ook gebruikt voor het oogsten van zaden en peulvruchten, bijvoorbeeld graszaad, bietenzaad en veldbonen.
Er zijn bij de graanoogst drie systemen, en wel:
a. Binderen - direct van het veld of later dorsen.
b. Zwadmaaien - opraapdorsen met een maaidorser.
c. Direct van stam maaidorsen.
Bij het binderen wordt het gewas tot hanteerbare eenheden, schoven gebonden, die na droging in hokken of schelven direct van het veld of na tijdelijk opslaan in een schuur of mijt worden gedorst. Bij het zwadmaaien vindt de droging in het zwad plaats.

 

 

 

 

Het dorsen geschiedt met een maaidorser, voorzien van een opraper.
Bij direct maaidorsen blijft het gewas tot het dorsrijp is, staan en wordt dan in één bewerking gemaaid en gedorst.
De eerste methode vraagt de meeste, de laatste de minste arbeid. Direct maaidorsen is niet goed mogelijk bij gewassen, die, voor zij dorsrijp zijn, korreluitval vertonen, zoals bijvoorbeeld karwij en verschillende andere zaden.
Door het volledig rijpen op stam komt bij maaidorsen het veld soms later vrij dan bij binderen. Dit kan de tijdige inzaai van een stoppelgewas bemoeilijken.

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina