fig. 42-IX Neuszeef. Het kortstro loopt over de zeef | |
Bij een te snel lopende schudder heeft het gewas niet voldoende tijd geheel naar beneden te vallen; het blijft min of meer zweven. Hierdoor wordt het gewas minder goed uitgeschud en minder positief afgevoerd. Loopt een schudder te langzaam, dan wordt het gewas niet hoog genoeg opgeworpen met als resultaat slecht uitschudden en een te langzame afvoer. Dit kan zelfs tot het wikkelen van de dorstrommel leiden. Het kortstro loopt over de kortstrozeef heen uit de machine. De zeef is veelal een neuszeef, fig. 42. Onder de kortstrozeef is een graanzolder aanwezig om het doorgevallene naar de eerste reiniging te brengen. De eerste reiniging, fig. 32, heeft meestal drie zeven en een waaier. Zaad, kaf en kleinere bijmengsels vallen door de hemelzeef in de luchtstroom van de waaier, die kaf, stof en andere lichte delen afvoert. Grover materiaal loopt over de hemelzeef en valt dicht bij de uitlaat in de luchtstroom, zodat het uit de machine wordt gevoerd. | Het zaad, kaf en de bijmengsels vallen in de
luchtstroom, die het kaf en het lichtere stof uit de machine voert. De zwaardere delen vallen op de arenzeef, waar onge-dorste aren over heen lopen en het zaad e.d. doorvalt. Dit komt op de zandzeef, waar het zand en andere kleine bijmengsels doorvallen en waar het zaad over heen loopt naar de elevator. Bij machines met zuigwindreiniging is de opstelling anders, fig. 43. Hierbij is de graanzolder onder de kortstrozeef van een zandzeef voorzien, waar fijn materiaal doorvalt. Het kaf en andere lichte delen worden door de in hoogte verstelbare zuigmand van de kafblazer afge-zogen, waarbij het zaad verder loopt naar de arenzeef en de sorteerzeven. In de tweede reiniging worden door een boven- en een onderzeef grove, respectievelijk fijne verontreinigingen afgezeefd en resten kaf e.d. door een luchtstroom afgevoerd. |
fig. 43-IX Zuigwindreiniging (Fortschritt) |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina