Men past in de haspelaandrijving daarom wel verwisselbare
kettingwielen of snaarschijven toe, maar ook wel een vanaf de zitting
verstelbare toerenvariator, fig. 57. Daarmee kan men de omtreksnelheid
van de haspel voortdurend bij de omstandigheden aanpassen. De haspel
zit meestal aan een U-vormig buisraam bevestigd. Dit scharnierend aan
de tafel bevestigd raam kan door hydraulische cilinders op en neer worden
bewogen. Bij de meeste machines kan de haspel na losmaken van een of
meer bouten of na uittrekken van een borgpen voor- en achteruit worden
gesteld. Bij enkele machines kan de haspel vanaf de zitting mechanisch
of hydraulisch voor- en achteruit worden geschoven, fig. 58. | De in maaidorsers gebruikte doeken lijken
veel op binderdoeken; zij lopen ook in dit geval in leisleuven. De sluiting
is, om zaadverlies tegen te gaan, meestal naadloos en lijkt veel op een
groot pianoscharnier, waarbij de scharnierpen met een splitpen is geborgd.
De doeken hebben een verende spaninrichting. De buitenste delen van de vijzel hebben een linkse en een rechtse schroefgang. In het middendeel zitten gestuurde pennen of harken. De pennen zijn excentrisch t.o.v. de vijzel gelagerd, zodat zij bij het ronddraaien van de vijzel in- en uitschuiven, fig. 59. Claas past door een leibaan gestuurde harken toe, waarbij de tanden zich aan de kant van de toevoerketting rechtstandig uit het gewas terugtrekken, fig. 49. Men kan de kruk, waarop de pennen zijn gelagerd, resp. de leibaan van de harken verdraaien en zo de tanden 'vroeger' of 'later' stellen. |
fig. 58-IX Hydraulisch voor-en achteruit verschuifbare haspel (Laverda) |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina