CURSUS LANDBOUWTREKKERS
HOOFDSTUK XIII — MOTORSTORINGEN
D. Motor
slaat over.
E. Motor
wordt
te heet.
F. Motor
klopt.
G. Motor
rookt.
6
Koeling en
smering
Te sterke
koeling.
Gebrek aan
koelwater.
Ketelsteen in
koelruimte.
Radiator te
veel
afgeschermd.
Ventilator-
riem slipt.
Smeerolie-
pomp defect.
Zie E. 6.
Zie D. 6.
Filterzeef in
krukkast
verstopt.
7
Bewegende onderdelen
Regulateur
werkte niet
vlot.
Ruimte in
lagers.
Vliegwiel
zit los.
Koolaanslag
op zuigerkop,
waardoor
deze aanstoot
Zie F. 7.
8
Belasting
Over-
belasting.
Zie E. 8.
Over-
belasting.
Vraag § 57.
1. Geef een beschrijving van enige storingen bij gloeikopmotoren, die men zo mogelijk zelf meegemaakt heeft en hoe deze storingen opgeheven werden.
Blad 132 — Zie hierbij Afb. A 71 en A 72
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |