CURSUS LANDBOUWTREKKERS

HOOFDSTUK XXII — STUURINRICHTING, REMMEN ENZ.

 

Paragraaf 87

REMMEN (Afb. A 104)

 

De remmen die op de trekker voorkomen kunnen in drie groepen worden onderscheiden nl.:

a. Inwendige remmen (fig. 1 t/m 4), waarbij de remmende werking (wrijving) uitgeoefend wordt op het inwendige van een trommel.

b. Uitwendige remmen (fig. 5); hierbij wordt de remmende werking uitgeoefend op de buitenomtrek van een remtrommel.

c. Schijfremmen (fig. 6 t/m 9), waarbij d.m.v. schijven de remmende werking op een plat vlak wordt uitgeoefend, zoals bij de koppeling.

In de fig. 1 t/m 4 is de inwendige rem van de Ford Major weergegeven. De remtrommels zijn hierbij op de differentieelassen geplaatst; ook kunnen ze bij andere merken trekkers op de wielassen voorkomen. Ze moeten dan echter groter en sterker uitgevoerd zijn daar het krachtenmoment groter is. In fig. 1 zijn de onderdelen na het wegnemen van de remtrommel zichtbaar geworden.

De remtrommel is met de naaf op de asstomp d.m.v. spiebanen bevestigd en wordt dus aangedreven.

De remschoenen (fig. 1 en 3) zijn d.m.v. de ankerplaat (fig. 2) star met het trekkerframe verbonden.

Tussen de primaire en secundaire remschoenen bevindt zich aan de rechterzijde de expander en aan de linkerzijde de remsleutel , die om de ankerpen kan draaien. Door middel van een remkabel die met de rempedalen is verbonden (fig. 2) kan de remsleutel worden gedraaid. Van de twee nokken op de remsleutel gaat een naar boven en de ander naar beneden. Hierdoor worden de remschoenen naar buiten gedrukt tegen de remtrommel. De remschoenen zijn evenals de koppelingsplaat bekleed met wrijvingsmateriaal dat er d.m.v. verzonken koperen of aluminium klinknagels op is bevestigd.

Eventuele speling, veroorzaakt door slijtage, kan met de expander worden bijgesteld. De expander is een moer met linkse en rechtse draad. Door draaien van de moer, die van buiten af door een gat in de ankerplaat (fig. 2) kan worden bediend, kan met een schroevedraaier de rem worden bijgesteld; de speling kan men controleren met een voeler (zie fig. 4). Een andere methode is om eerst de remschoenen d.m.v. de expander vast tegen de remtrommel te zetten en daarna zover terug te draaien dat de remtrommel vrij loopt.

Veren zorgen er voor dat de remschoenen in de oorspronkelijke stand terugkomen.

Beschadigde remtrommels moeten uitgedraaid worden.

In fig. 5 zijn de uitwendige remmen van een Farmall-trekker getekend. Op de pedaalas bevinden zich het koppelingspedaal en twee rempedalen. Het koppelingspedaal is met een stang B aan het mechanisme van de koppeling verbonden en kan vrij op de pedaalas draaien.

De beide rempedalen kunnen door middel van een grendelstuk aan elkaar worden gekoppeld. De vereiste vrije slag voor dit type is 1". Het linkerpedaal zit vast op de pedaalas, werkt met een hefboom op de linkerremband en is voorzien van een kam F waarin de pal E kan grijpen; het rechterpedaal werkt direct op de rechterremband.

De rembanden kunnen vrij van de trommels worden gesteld met de bouten C, welke voorkomen, dat de rembanden in de vrije stand op de trommels zouden slepen. Bijstellen van de remmen kan plaats vinden met de moeren A op de vorkstang D.

 

 

 

Blad 196 — Zie hierbij Afb. A 104

 

Blad 195           Blad 197

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010