PRAKTIJKCURSUS TREKKERMECANICIE1N

HYDRAULISCHE HEFINRICHTINGEN

 

Via de topverbinding wordt de grote dr uk die de ploeg ondervindt over gebracht op de weerstandveer, waardoor „B" ver naar rechts wordt gedrukt. „E" gaat nu ook naar rechts, de inlaat naar de pomp wordt vrijgemaakt en het werktuig wordt opgelicht. Hierdoor vermindert de druk op de banden zodat deze kunnen slippen; dit neemt echter niet weg dat als dit tijdens het ploegen gebeurt de bestuurder zal moeten ontkoppelen, want door de schok waarmee dit gepaard gaat is er toch kans dat de ploeg verzet wordt.

 

Standregeling „Ford-Dearborn" hefinrichting (Fig. 1 en 2, Afb. B 115b)

 

Zodra men de kleine hefboom verticaal plaatst, wordt de automatische weerstandregeling uitgeschakeld.

Voor het trekken van landbouwwagens, waarbij men het trekpunt op gelijke hoogte wil houden en ook voor werktuigen waarbij een schokkende belasting optreedt, zoals bij een cultivator, is het mogelijk deze regeling te gebruiken.

Drukt men de instelhefboom naar voren, dan verplaatst het punt A zich iets naar rechts.

Door de spanning van de veer achter de inlaatschuif, gaat het ondereind van de regelarm E naar rechts, waardoor de uitlaatschuif een opening vrijmaakt waardoor de olie uit de hefcylinder terug kan stromen naar het carter.

Hierdoor zakken de hefarmen, totdat de NOK tegen een pen C 1 druk, waardoor een bout bij C tegen de regelarm gedrukt wordt en deze in de neutrale (getrokken) stand komt te staan en de beide schuiven de opening afsluiten.

Uit DETAIL C blijkt, dat er op de regelarm een verbreding is aangebracht, waar de pen tegen aanstuit.

In fig. 2 is de instelhefboom iets opgetrokken, waardoor het bovenste draaipunt van de regelarm bij A iets naar links verplaatst wordt. C doet dienst als steunpunt, waardoor het ondereind van de regelarm bij E naar rechts verplaatst wordt.

Hierdoor opent even de toevoeropening naar de pomp en wordt olie van hoge druk naar de hefcylinder gevoerd.

De hefarmen gaan hierdoor iets omhoog, pen C 1 verplaatst zich op een lager gedeelte van de NOK, zodat ook C iets naar links gaat. Hierdoor kan de regelstang weer in de neutrale stand gaan.

Door de instelhefboom in verschillende standen te plaatsen kan men dus ook verschillende standen van de hefarmen krijgen, als het kleine hefboompje rechtop staat.

Drukt men dit horizontaal, dan wordt door middel van een hefboomstelsel de standregelveer ingedrukt en de pen C teruggetrokken, zie DETAIL fig. 2. De druk van de nok op pen C 1 kan nu niet meer op de regelarm worden overgebracht. Automatisch kan nu de weerstandregeling weer in werking treden.

 

Afstelling (Fig. 3-7, Afb. B 115b)

De WEERSTANDVEER moet zodanig worden afgesteld, dat deze onbelast met de vingers van één hand te draaien is.

De INSTELHEFBOOM werkt met een wrijvingsschijf, waarvan de moer zo moet worden afgesteld, dat er ± 2 kg kracht voor het verstellen nodig is. Het DRAAIPUNT VAN DE INSTELHEFBOOM is met een flens tegen de zijkant van het bovenstuk vastgeschroefd met vier bouten.

 

 

 

Blad 214c - Zie hierbij Afb. B 115a - B 115b

 

Blad 214b           Blad 214d

Inhoudsopgave

 





Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010