PRAKTIJKCURSUS TREKKERMECANICIEN
HYDRAULISCHE HEFINRICHTINGEN
Verwijder de twee tandwielen uit de achterste druklagers, maak de lagers op dezelfde manier los, als bij de voorste werd gedaan, en trek ze voorzichtig uit het huis.
Het monteren van de pomp gaat in de volgende volgorde. Breng de achterste lagers en de borgmoeren aan, waarbij ze links om moeten worden gedraaid om ze vast te zetten en monteer daarna de tandwielen. Breng de voorste lagers op dezelfde wijze aan. De voorste lagers hebben smallere flenzen dan de achterste.
Leg de ontlastklep, zonder de oliekeerring, op de lagers van het huis, naast de inlaatopening. De speling tussen het sluitvlak van het huis en de ontlastklep moet liggen tussen 0,08 en 0,012 mm. (Afb. B 115e, fig. 2). De ontlastklepjes kunnen geleverd worden in 4 dikten.
Breng de oliekeerringen op hun plaats, door ze even met versnellingsbakolie vast te kleven. Zij moeten worden gemonteerd in de lagerboringen van de steun, rondom de in- en uitlaatkanalen op het sluitvlak van het huis en langs de rand van de ontlastklep. Monteer het huis op de steun en breng de spie en het gedreven tandwiel aan. Denk aan het borgen van de moer. De regelhefboom zit aan de voorkant van het drukcylinderhuis en de beweging van de regelhefboom kan binnen bepaalde grootten worden gesteld, d.m.v. een afstelbare aanslagarm. Aan de bovenkant van het drukcylinderhuis zit een zeskante schroefdop waaraan een extra aansluiting gemaakt kan worden voor een losse hefcylinder. We kunnen op deze aansluiting ook een speciale drukmeter aansluiten voor controle. Om dus de hefinrichting te beproeven schakelt men, nadat men de meter aangebracht heeft, de pomp in en zet men de bedieningshefboom in de hefstand en houdt men hem in deze stand. De meter moet dan een druk aanwijzen tussen 2000 en 2200 lbs per vierk. inch (140-155 kg/cm2) wanneer de ontlastklep in werking gaat gaat treden en de druk zal worden verminderd. Bedraagt de druk minder dan is voorgeschreven, zie dan onder „Storingen" aan het einde van dit hoofdstuk. De ontlastklep kan worden bijgesteld door vulplaatjes van de vereiste dikte te gebruiken (Zie technische gegevens). Om de ontlastklep bij te kunnen stellen gaat men als volgt te werk: Draai eerst de drie schroeven van de dekplaat los, die zich bovenop de kleppenkast bevindt, en het verst is verwijderd van de bedieningshandel. De veer zal dan de stelinrichting omhoog drukken, waarna men dus de stelinrichting, de veer en de ontlastklep kan verwijderen. Onderlegplaatjes zijn in 2 dikten verkrijgbaar voor montage tussen de veer en de stelinrichting, en hiermede kan men de juiste druk afstellen. In een groef van de stelinrichting zit een rubber oliekeerring en deze moet in goede staat verkeren, aangezien tussen de dekplaat en het huis geen pakking zit.
De terugslagklep is bereikbaar, nadat de zeskante vuldop is verwijderd, draai dan de zeven schroeven los, waarmee de kleppenkast op het huis van de drukcylinder is bevestigd, en trek haar van haar plaats naar voren toe. Nu komt de terugslagklep vrij, ze heeft een kegelvormige kop en zit in de dop, die als geleiding dient doet. Ze staat onder veerspanning en ze kan niet worden bijgesteld. Bij het verwijderen van de kleppenkast kunnen ook de hoofdtoevoerleiding en de drukcylinder worden verschoven. Let bij het monteren goed op dat de oliekeerringen van de toevoerleiding en de drukcylinder goed op hun plaats zitten.
Het zal zelden voorkomen dat de zuigklep verwijderd moet worden. Is het echter noodzakelijk, dan moeten de drie schroeven worden losgedraaid, waarmede het huis van het bedieningshandel aan de kleppenkast is bevestigd.
Blad 214f — Zie hierbij Afb. B 115e
|
Copyright © Gerard Hoogendoorn 2000-2010 |