Naar rechts gedraaid, wordt de starter ingeschakeld.Naar links heeft deze schakelaar twee standen. In de eerste wordt de gloeispiraal ingeschakeld, terwijl in de tweede stand ook de starter in werking gesteld wordt. Deze stand wordt dus gebruikt bij het starten onder koude omstandigheden. AMPEREMETER (E. Fig. 2) Het aantal Ampères, waarmede geladen wordt, hangt af van de ladingstoestand van de batterijen. BRANDSTOFAFSLUITKNOP (F. Fig. 2) Deze wordt uitgetrokken om de motor te laten stoppen.
PETROLEUM- EN DIESELTRACTOREN Gasmanette (G. Fig. 1 en 2) Dit manette is aangebracht onder het stuurwiel en boven het instrumentenbord aan de rechterzijde van de stuurkolom. Door de manette naar beneden te bewegen wordt het toerental van de motor verhoogd. Oliedrukmeter (H. Fig. 1 en 2). Deze meter is aangebracht aan de rechterzijde op het instrumentenbord en geeft de oliedruk aan; niet de hoeveelheid olie in de motor. Bij normale toerental staat de wijzer in het groene gedeelte. Tracto-meter Alleen bij de super-modellen (J. Fig. 1 en 2) Deze meter
bevindt zich in het midden van het instrumentenbord en is een gecombineerde
uren en toerenteller en snelheidsmeter. |
A. Versnellingshandle Versnellingshandle (A. Fig. 3) Handle voor de dubbele reductie (B. Fig. 3) |