fig. 13-XIV
fig. 14-XIV |
fig. 12-XIV |
Oude tepelvoeringen krijgen wel een zogenaamd buikje, fig. 14. Dit wordt veroorzaakt door een verlies van de elasticiteit, zodat de voering een uitstulping (buikje) krijgt. Dit verlies aan elasticiteit is verklaarbaar als men bedenkt dat een tepelvoering bij normaal gebruik per dag 5000 keer wordt uitgerekt en platgedrukt. Grijs worden komt doordat langzamerhand een groot aantal haarscheurtjes in de oppervlakte van de tepelvoering ontstaan. Tijdens de zuigslag, waarbij de tepelvoering wordt uitgerekt, vullen de scheurtjes zich met melk. Wordt er niet meer gemolken dan herneemt de tepelvoering zijn normale model, waarbij in de scheurtjes altijd iets melk achterblijft, die er bij het schoonborstelen niet meer uit kunnen worden verwijderd, zodat de voering een grijs uiterlijk krijgt. Het is duidelijk dat een dergelijke voering aanleiding tot infectie van de melk met bacteriën geeft. |
Het melkcontroleglaasje komt niet bij alle merken voor. Indien
aanwezig dan treft men het ergens tussen de tepelvoering en de emmer aan.
Men kan door dit glaasje zien of er nog melk uit de spenen komt. Sommige
merken hebben onder elke tepelhouder een melkglaasje. Bij het melken van
een onkante koe ziet men, ook wanneer het onkante kwartier reeds uit is,
dikwijls nog melk in het glaasje komen. Dit is melk van de andere kwartieren
die tijdens de zuigslag vanuit de melkklauw in het lege glaasje omhoog
spat. Men moet er dan ook altijd goed op letten of de melk van boven of
van beneden in het glaasje komt. |
vorige pagina <<< Inhoud >>> volgende pagina