Nederlandse index
Homepage
English index

 

hoofdstuk III

zaaimachines

 

 

inleiding

Wanneer wij over zaaimachines spreken denken wij aan rijenzaaimachines. Deze komen inderdaad het meeste voor. Er zijn echter ook breedwerpige zaaimachines, o.a. voor het zaaien van graszaad. Rijenzaaimachines brengen het zaad in de grond. Dit bevordert de kieming, ook onder minder gunstige omstandigheden. Deze wordt praktisch altijd bepaald door vochttekorten. Dit komt vooral op onze kleigrond en in het voorjaar aan de oppervlakte van het zaaibed nogal eens voor. Dit is dan ook één van de oorzaken, die breedwerpig zaaien in het voorjaar riskant maken. In het najaar is de vochttoestand van de grond meestal wel zo, dat breedwerpig gezaaid en daarna ingeëgd zaad goed ontkiemt. Het op rijen zaaien biedt daarnaast de mogelijkheid het gewas later machinaal te verzorgen, zodat het de meest geëigende methode was en is. Door de mogelijkheden van de chemische onkruidbestrijding wordt vooral in het najaar wel breedwerpig gezaaid, bijvoorbeeld met een centrifugaal of een pendelstrooier. Er is dan 15-20% meer zaad nodig, dan bij rijenzaai. Uit dit laatste blijkt duidelijk, dat de opkomst bij gebruik van een rijenzaaimachine zekeder is. Hiervoor is het wel nodig, dat de machines van goede vorentrekkers en van een goed zaalsysteem is voorzien. De machine moet in staat zijn de zaden zo regelmatig mogelijk op een zo gelijkmatig mogelijke diepte in de grond te brengen. De aan de regelmaat van zaaien te stellen eisen zijn niet voor alle gewassen gelijk. Voor granen liggen zij bijvoorbeeld lager dan voor bieten. Daar bij onze normale zaaimachines door elke nok of groef meer dan één zaadje wordt afgeworpen en daar de verdeling van deze korrels in de rij willekeurig bepaald wordt door de valhoogte en de rijsnelheid kan deze machine niet voor het nauwkeurig zaaien van enkele zaden op bepaalde onderling gelijke afstanden worden gebruikt. Vandaar dat bij het nauwkeurig zaaien van bieten de precisiezaaimachine een belangrijke plaats inneemt. Door deze regelmatige uitzaai kan veel arbeid bij de verzorging worden bespaard. Bij de precisiezaaimachines wordt er per cel één zaadje afgeworpen, terwijl de geringe valhoogte de verdeling zo weinig mogelijk beïnvloedt. Verder is bij deze machines de diepteregeling nauwkeuriger, dan bij de normale zaaimachines. Bij de laatste zou dit overigens technisch even goed mogelijk zijn.

 

 

 

§ 1 normale zaaimachines

algemene samenstelling

Een aanbouwzaaimachine, fig. 1, heeft een raam met twee wielen, waarop een zaadbak is gemonteerd. Deze moet bij een werkbreedte van 2,50 m een inhoud van 200 l, dus ca. 80 l per meter hebben. In de zaaibak is een roerinrichting aanwezig; er onder het zaaimechanisme. Dit bestaat praktisch altijd uit nokkenraderen, fig. 2, of schuifraderen, fig. 3, die op de zaaias zijn bevestigd. De zaaias wordt via tandwielen door de loopwielen aangedreven.

 


fig. 1-III      Aanbouwzaaimachine


fig. 2-III      Nokkenrad (Hassia)


fig. 3-III      Schuifrad (Hassia)

vorige pagina <<<       Inhoud       >>> volgende pagina